Ondoorzichtige Joost Lagendijk moet zeggen waar hij voor staat

Joost Lagendijk moet duidelijk zeggen waar hij voor staat - Foto: ANP

Publicist Joost Lagendijk mag vanuit verschillende perspectieven zijn zaak bepleiten. Maar het is verwarrend wanneer hij vanuit een zogenaamd onpartijdig standpunt opereert. Hij moet duidelijk zeggen waar hij voor staat, schrijft Afshin Ellian.

De oosterse ondoorzichtigheid is een hardnekkig fenomeen. Een ondoorzichtige oosterling handelt op basis van onaangekondigde motieven en strategieën. Het probleem is dat de buitenwereld niet kan weten of het om nobele of juist duistere motieven en strategieën gaat.

Iedereen kan een oosterling worden. Ook een Europeaan is vatbaar voor de transformatie in een nobele dan wel duistere oosterling. Oud-Europarlementariër Joost Lagendijk begint nu langzamerhand op een oosterling te lijken.

De Volkskrant had een zeer goed interview met Joost Lagendijk over zijn opvattingen en zijn rol in de Turkse aangelegenheden. Vooropgesteld dat ik Joost Lagendijk niet van een onbetamelijke handeling of iets dergelijke wil beschuldigen. Evenmin verdenk ik hem van een duistere strategie inzake Turkije. Wel wil ik hem begrijpen.

Verrassing voor Nederlandse media

Lagendijk was binnen het Europese parlement een vurige pleitbezorger voor de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Nu verkeert hij, net als alle Turkse burgers in een onaangename situatie: hij moet opnieuw een verblijfvergunning aanvragen. Dat is natuurlijk minder dramatisch dan de situaties van de Turkse burgers die nu in de gevangenis zitten. Lagendijk wordt door de Turkse autoriteiten als een sympathisant van Fethullah Gülen beschouwd. Dat was een grote verrassing voor de Nederlandse media.

Lagendijk was tot voor kort columnist van de Engelstalige krant Today’s Zaman en hij doceerde internationale betrekkingen aan de Süleyman Sah Universiteit in Istanbul. Deze instellingen behoren kennelijk tot de Gülenbeweging.

Maar volgens de Volkskrant was Lagendijk zo’n jaar of tien geleden overwegend positief over het beleid van Erdogan. Waarom Lagendijk zich verbond met de instellingen van de Gülenbeweging, is een raadsel. Het is bijna onvoorstelbaar om Lagendijk als een naïeve persoon te bestempelen: hij weet echt meer dan een gemiddelde Turkse burger over de Turkse politieke strijd.

Islamisering ontkennen

Op de vraag van de Volkskrant of hij het dus bij het verkeerd eind had, herhaalt Lagendijk zijn gevaarlijke misvattingen: ‘Nog altijd is hij van mening dat de regerende AK-partij niet beschikt over een geheime islamistische agenda. Voor invoering van de sharia in Turkije, meent hij, ‘hoeft niemand te vrezen.’ De AKP heeft met succes een belangrijk deel van Turkije opnieuw geïslamiseerd, en toch ontkent hij dit feit. Eigenlijk vergelijkt hij Erdogan met katholieke conservatieven in Oost-Europa. Een rare vergelijking: zitten de Oost-Europese gevangenissen vol met journalisten en andersdenkenden?

Misvattingen

De kern van Lagendijks misvattingen wordt in zijn eigen compacte antwoord zichtbaar: ‘Ja, natuurlijk heeft hij dat in 2000 niet helemaal van zich afgeschud. Het zou naïef zijn dat te denken. Het is een deel van zijn identiteit, dat zeker. Maar hij is een Turkse islamist. Islamisme à la Turca. Waar zal dat stoppen?

Mijn voorspelling: bij het dominant maken van conservatieve waarden en normen. Niet bij het verplicht stellen van hoofddoeken. Voor de Turkse islamisten is de sharia nooit een issue geweest, of misschien lang geleden.’

Was de introductie van sharia in Turkije een wens van heel lang geleden?

In 1998 oordeelde het Constitutioneel Hof van Turkije dat de Refah-partij (de voorganger van AKP) mag worden verboden wegens één belangrijke reden: de partij wil op den duur de sharia invoeren. Na een aantal jaar procederen bevestigde ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) de Turkse uitspraak: de Refah-partij mocht worden verboden.

Speciale behandeling voor moslims

Volgens de EHRM-rechters wilden de leiders van de Refah-partij onder het voorwendsel van het pluralisme aansturen ‘op een soort tweedeling in de samenleving, waarbij mensen een speciale behandeling zouden krijgen op grond van hun (islamitische) godsdienst.’ Dit rechtssysteem (sharia) contrasteert volgens het mensenrechtencollege duidelijk met de waarden die zijn belichaamd in het Europees Verdrag voor de Mensenrechten. Daar komt Erdogan vandaan. Deze onweerlegbare waarheid wordt nog steeds systematisch genegeerd door Lagendijk.

Erdogan heeft immers nooit afstand gedaan van de standpunten van islamisten. Alleen ontdekte hij een andere bedachtzamere strategie voor de islamitische verovering van Turkije. Volgens Lagendijk zou Erdogan pas in 2011 in een dictator veranderd zijn. En dit heeft volgens Lagendijk niet met de islam te maken maar met de dictatoriale neigingen van Erdogan.

Arabische storm

Nu komt de aap uit de mouw: wat gebeurde er in 2011? De Arabische storm, oftewel de Arabische Lente, leidde tot de machtsovername van de islamisten, de geestverwanten van Erdogan in Egypte en Tunesië. Op dat moment zette Erdogan zijn masker af.

De later afgezette president van de Moslimbroedersschap in Egypte, Mohammed Morsi, Khaled Mashal, de leider van Hamas, en alle andere fundamentalistische groepen waren plotseling de bondgenoten van Ankara. Hier, op dat moment had Lagendijk de waarheid kunnen inzien. Maar hij wilde dat niet. En dat is ook kenmerkend voor een traditionele oosterling: de ontkenning van waarheid. Precies om die redenen is hij getransformeerd in een ondoorzichtige oosterling.

Zogenaamd onpartijdig

Joost Lagendijk mag wat mij betreft vanuit diverse perspectieven zoals Gülen, Erdogan, het islamisme, het Turkse nationalisme, zijn zaak bepleiten. Maar het is verwarrend wanneer hij vanuit een zogenaamd onpartijdig standpunt wil opereren. Hij is immers een onderdeel van de Turkse strijd. Daarom moet hij precies vanuit zijn eigen betrokkenheid argumenteren. Dit is de Europese manier waarop het publieke debat wordt gevoerd: zeg dus duidelijk voor wat en wie je staat.

Lagendijk is getransformeerd in een ondoorzichtige oosterling die nu voor zijn verblijfsvergunning bij een andere ondoorzichtige oosterling moet bedelen.