Over ruim een maand kiest Duitsland Angela Dorothea Merkel-Kasner voor een vierde termijn als bondskanselier. Al zal ze waarschijnlijk geen meerderheid halen, sterke alternatieven voor de CDU-politicus zijn er niet, schrijft Geerten Waling.
Martin Schulz blijkt minder sexy dan zijn SPD moet hebben gedacht – en de balans van Merkels beleid slaat nét positief genoeg uit om de verkiezingen in haar voordeel te beslissen.
Economische zoethoudertjes
Merkel is er zelf blijkbaar nog niet helemaal gerust op: ondanks de historisch lage werkloosheid (onder de 6 procent) beloofde zij deze week dat zij vanaf 2025 álle Duitsers aan het werk zal krijgen (dat wil zeggen: een daling tot onder de 3 procent). Economische beloften helpen misschien als zoethoudertjes, maar bieden ze een antwoord op de steeds sterkere roep om cultureel leiderschap en sociale stabiliteit?
Deze week ben ik in Berlijn. Aan straatlantaarns hangen verkiezingsposters, die de beloften verkondigen van de SPD en Die Linke: lagere huren, hogere lonen en fiscale strafexercities tegen miljonairs. In de van oudsher linkse stad wekken zij veel sympathie, maar de functionarissen in de regeringswijk liggen er niet wakker van. Duitsland is heel wat groter dan Berlijn. Rijker en rechtser, bovendien.
De olifantenplee van Angela Merkel
Wie door Berlijn fietst, kan niet om de moderne moloch heen die de noordrand van het park Tiergarten ontsiert. Een steriel gebouw van beton en veel glas, tegenover de monumentale Rijksdag. Het is het kantoor van de bondskanselier (Bundeskanzleramt) en het heeft een lompe uitstraling van leegte, maar ook van wereldmacht. De oppervlakte is vier keer die van het Witte Huis in de Verenigde Staten. De onlangs overleden Helmut Kohl gaf opdracht tot de bouw toen Berlijn hoofdstad van het herenigde Duitsland was geworden. Een half miljard euro mocht het kosten, maar het gebouw draait wel volledig op duurzame energie.
Nadat eerst Gerhard Schröder er vanaf de oplevering in 2001 enige tijd had mogen bivakkeren, werkt er nu al twaalf jaar een en dezelfde vrouw. Zij is er nooit gaan wonen. Zelfs voor de steile Angela Merkel was de ‘wasmachine’, zoals de Kanzlei wordt genoemd – of minder respectvol (maar geestiger en treffender) de ‘olifantenplee’ – blijkbaar te veel van het goede.
DDR-leider Honecker zag het ook niet aankomen
Terwijl Merkel zich opmaakt voor een volgende periode van vier jaar wereldmacht, koop ik in een antiquariaat verderop het boekje Nach dem Sturz, een bundeling van gesprekken die historicus Reinhold Andert voerde met de DDR-leider Erich Honecker. De gesprekken zijn vriendschappelijk en weinig kritisch – Andert was een enthousiast partijlid in de DDR en bewonderaar van Honecker – maar ook ontluisterend.
Honecker was achttien jaar partij- en regeringsleider van de DDR en niet eens onpopulair. Dacht hij. Hij kreeg de Oost-Duitsers toch redelijk aan het werk? Toen in 1989 het doek viel en al die ‘kameraden’ opeens de straat opgingen, schreef hij dat toe aan complotten van de westerse media en aan kapitalistische verleidingen. Zelfs toen hij werd vervolgd voor het feit dat honderden vluchtelingen door zijn grenswachten waren vermoord op de grens van Oost- naar West-Duitsland, was hij zich nog van geen kwaad bewust.
Druk op electorale ketel neemt toe
Natuurlijk is Angela Merkel een keurig verkozen leider van een democratische rechtsstaat, maar de vergelijking met Honecker is niet helemaal uit de lucht gegrepen. Het economisch beleid van de bondskanselier mag dan in goede aarde vallen bij de Duitsers, op sociaal en cultureel vlak rommelt het al jaren. Duitsland is een federatie en heeft een ingewikkeld, getrapt kiesstelsel, met bovendien de 5-procentkiesdrempel. Dit knelt vernieuwing af en laat veel stemmen ongehoord. Nieuwe partijen en politici krijgen weinig kans.
De jonge partij Alternative für Deutschland haalt waarschijnlijk voor het eerst wat zetels – en ook de liberale FDP komt vast terug in de Bondsdag. (In 2013 kregen zij met respectievelijk 4,7 en 4,8 procent van de stemmen geen enkele zetel.) Merkel zal er in september nog geen last van hebben, maar hoe groot is het gat in de markt dat zij creëert voor eurosceptici en nationalisten? Hoeveel Duitsers verlangen stiekem naar een politiek van Germany first?