Hoe Afrikaanse dictaturen bloeien op westers schuldgevoel

Aanhangers van de Keniaanse oppositiepartij National Super Alliance (NASA) op een plein in Nairobi - Foto: AFP

Ik durf te wedden dat u nooit hebt gehoord van Teodoro Obiang Nguema Mbasogo. Toch is hij al 38 jaar, sinds 1979, president van een onafhankelijk Afrikaans land, Equatoriaal Guinea. Op een haar na is José Eduardo Dos Santos even lang president van Angola, terwijl de meer bekende president van Zimbabwe, Robert Mugabe, beiden op de hielen zit.

Maar de vraag is of hij ze inhaalt, want Mugabe is 92 en de twee anderen zijn pas een eind in de 80. Gelukkig is er nog de jeugdige mevrouw Mugabe, die zich warm loopt om haar man op te volgen.

Hinderlijke verkiezingen

Ooit werden deze presidenten keurig gekozen na democratische verkiezingen of ze werden na een staatsgreep president, waarna hun presidentschap werd gelegitimeerd in redelijk nette verkiezingen. Maar vervolgens lapten ze de Grondwet en alle andere wetten aan hun laars, haalden verkiezingstrucs uit of regeerden met ijzeren vuist zonder verder hinderlijke verkiezingen of met zwaar gemanipuleerde verkiezingen.

Tien presidenten in Afrika zijn meer dan 20 jaar aan de macht en vele anderen hebben alle wettelijke termijnen ver overtreden. Ze zij allen bejaard of hoogbejaard, hebben vaak geen band meer met de dagelijkse werkelijkheid, hun miljoenen of miljarden staan op Zwitserse nummer-rekeningen en hun familie en vrienden eten rijkelijk mee uit de ruif.

Dit zonder duidelijk protest uit het Westen, levensader voor de meeste Afrikaanse landen, als handelspartners en als donors, veelal met miljarden. Die ‘ontwikkelingssamenwerking’ is in de loop van een halve eeuw bijna steeds gegeven zonder echte voorwaarden, terwijl het een prachtig pressiemiddel voor democratisering had kunnen zijn. Maar voor de Jan Pronken van deze wereld was dat taboe, want inmenging, ongeoorloofde interventie of zelfs het allerergste: neokolonialisme. En zo bloeiden de Afrikaanse dictaturen op het westerse schuldgevoel.

Gelazer

Recent is Kenia in het nieuws. Na de onafhankelijkheid in 1963 werd Jomo Kenyatta 15 jaar lang president. Hij werd opgevolgd door Arap Moi, die 24 jaar een steeds dictatorialer bewind voerde. Sinds 2002 is er bij elke verkiezing gelazer in Kenia. Oppositieleider Odinga is bij vier verkiezingen onder protest afgeserveerd, waarvan tweemaal door de huidige president, Uhuru Kenyatta — inderdaad de zoon van.

Maar het wonder is geschied: de recente verkiezingen zijn enkele dagen geleden door het hooggerechtshof van Kenia ongeldig verklaard en ze zullen overgedaan moeten worden. Opperrechter David Maraga is nu de held van het deel van Afrika dat verandering wil. Het is een absolute mijlpaal in Afrika: de rechterlijke macht overwint list, bedrog en corruptie. Of dit een uiteindelijke zege voor Odinga zal betekenen is nog maar de vraag, want Kenyatta zal zeker de trukendoos openen.

Maar de rechterlijke uitspraak is om de een of andere reden minstens even interessant. Want bij de verkiezingen in Kenia waren heel veel westerse ‘waarnemers’, zoals dat tegenwoordig altijd het geval is. Deze 400 geselecteerde en getrainde parlementariërs, oud-politici en wetenschappers uit het democratische Westen hadden geen ‘signalen’ van manipulatie ontwaard noch ‘onregelmatigheden en onwettigheden’ geconstateerd, anders dan het hooggerechtshof.

Dat geeft behoorlijk te denken over al die andere verkiezingen in halffrisse of onfrisse landen waar ook werd geconstateerd dat alles netjes was verlopen. Maar het heeft nog meer te denken over de selectieve perceptie van westerse waarnemers, die kennelijk geneigd zijn een oogje dicht te doen als ze zaken constateren die niet helemaal of zelfs helemaal niet deugen. Maar, nou ja, het is maar Afrika, nietwaar, dus we moeten daarop niet ‘onze’ normen loslaten.

Waar doet me dat nu toch aan denken?