Syrië heeft een officieel protest ingediend bij de Verenigde Naties tegen een luchtaanval van Israël op een militair onderzoekscentrum in Syrië woensdag. Damascus dreigde donderdag ook met een tegenaanval.
Volgens Syrië vielen woensdagochtend Israëlische gevechtsvliegtuigen het onderzoekscentrum vijftien kilometer van de grens met Libanon in de regio rond hoofdstad Damascus aan.
Verwoesting
Volgens de verklaring van de legerleiding werd door de aanval het gebouw in Jamraya verwoest, kwamen twee mensen om het leven en raakten er vijf gewond.
Andere lezingen zeggen dat de aanval was gericht op een konvooi dat met wapens onderweg was van Syrië naar Libanon. Westerse diplomaten zeiden dat de wapens zouden zijn bedoeld voor de militante beweging Hezbollah in Libanon. Het Syrische leger spreekt die lezing tegen.
De Syrische ambassadeur in Libanon zei dat Damascus de ‘mogelijkheid heeft van een verrassingsaanval’.
Hezbollah
De Libanese sjiitische beweging Hezbollah heeft donderdag ‘de barbaarse aanval’ veroordeeld. Deze ‘nieuwe zionistische agressie tegen Syrië’ moet worden veroordeeld door de hele Arabische en islamitische wereld.
De Arabische Liga heeft ‘de schandalige agressie’ veroordeeld. Een Libanese bewindsman, Adnan Mansour, zei dat de agressie tegen een Syrisch wetenschappelijk onderzoekscentrum de houding van Israël illustreert die het land al sinds 1948 heeft.
Iran
Iran, bondgenoot van de Syrische president Assad, heeft de Israëlische aanval donderdag ook veroordeeld. ‘Het bewijst opnieuw dat de zionisten en het Westen geen stabiliteit en geen veiligheid in Syrië nastreven,’ benadrukte de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Ali Akbar Salehi.
Het Kremlin, dat Assad ook trouw is, liet weten erg bezorgd te zijn over de luchtaanval. Israël zelf zwijgt in alle talen over de aanval.
Nederland
De Europese Unie is het donderdag niet eens geworden over hoe het verder moet met het wapenembargo tegen Syrië dat eind februari afloopt. Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië hebben aangegeven dat zij het wapenembargo in zijn huidige vorm niet willen verlengen.
Maar volgens Nederland zijn er ‘grote risico’s’ verbonden aan het leveren van wapens aan opstandelingen.