‘Syrische jihad zit niet te wachten op patatgeneratie’

De Europese en Amerikaanse avonturiers die hun ‘broeders’ willen helpen bij de jihad in Syrië lopen de strijders alleen maar in de weg. Hun werkzaamheden beperken zich tot het opruimen van lijken.

Dat zeggen experts in de Arabische wereld in de Volkskrant.

‘Ze hebben een romantisch zwart-wit beeld van bijstand aan hun islamitische broeders, maar worden opgescheept met klussen als het opruimen van lijken,’ zegt wetenschapper Edwin Bakker in de krant.

Vreemdelingenlegioen

Toch groeit het aantal buitenlandse strijders in Syrië heel snel, zegt de Amerikaanse onderzoeker Aaron Zelin. Hij schat het aantal niet-Syrische strijders inmiddels op een kleine vijfduizend. Onder hen zijn Arabieren maar ook westerse bekeerlingen.

Volgens Bakker is het vreemdelingenlegioen dat zich in Syrië aansluit bij de jihad een ‘bont gezelschap’ van verveelde avonturiers tot gedreven jihadisten.

Domme jongens

Volgens Bakker gaat het niet om pientere jongens: ‘Ze spreken amper Arabisch. Het is echt niet de patatgeneratie waar de jihadisten op zitten te wachten.’

Mochten de avonturiers de strijd in Syrië overleven – inmiddels zouden al drie Nederlandse jihadisten zijn omgekomen – wachten hen volgens Bakker twee scenario’s: of ze zijn gefrustreerd en radicaliseren verder, of ze zien hun fout in en proberen anderen tegen te houden naar Syrië te gaan.