Syrische oppositie krijgt wapens

Syrische oppositiegroepen krijgen spoedig ‘alle benodigde materieel en uitrustingen’ van een groep samenwerkende landen in het Midden-Oosten, Europa en Amerika. Die landen sturen wapens naar een militaire raad, waarin verschillende rebellengroepen zijn vertegenwoordigd.

Dat hebben de Vrienden van Syrië zaterdag besloten tijdens een vergadering in Qatar.

Beter coördineren

Tot nu toe kregen de rebellen alleen wapens van Arabische landen, maar nu overwegen ook Washington en Londen wapens te leveren.

De premier van Qatar, Sjeik Hamad bin Jassim al-Thani, zei dat het gebruik van geweld de enige manier is om vrede te bereiken in het land. De ministers van de deelnemende landen besloten de militaire hulp beter te coördineren.

Hezbollah

De vergadering veroordeelde steun van Hezbollah en van sjiitische strijders uit Iran en Irak aan het Syrische regeringsleger en eist hun onmiddellijke terugtrekking. De groep landen vreest dat door de aanwezigheid van buitenlandse strijders de eenheid van Syrië wordt bedreigd en dat het conflict zich verder uitbreidt in de regio.

Tot de Vrienden van het Syrische Volk behoren de Verenigde Staten, Turkije, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Italië, Egypte, Saudi-Arabië, Jordanië, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten.