Langzaam maar zeker lijkt ook de Europese Unie (EU) stelling te nemen in het Syrische conflict. Volgens de EU-landen gebruikt het regime van Bashar al-Assad chemische wapens maar moet eerst het VN-rapport afgewacht worden voordat een tegenactie kan worden uitgevoerd.
Dat staat in de afsluitende verklaring van het beraad van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken in de Litouwse hoofdstad Vilnius, zo laten diplomaten zaterdag weten.
De ministers vinden dat er een ‘passende reactie’ moet komen op het gebruik van chemische wapens door het Syrische regime.
Hoe die reactie er precies uit moet komen te zien, is niet in de verklaring opgenomen. Duidelijk is wel dat het geen militaire maar een politieke actie moet zijn. Anders dan de Amerikaanse president Barack Obama gelooft de EU niet bij voorbaat in militaire strafacties. Ook de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry, die in Vilnius was aangeschoven, kon zijn Europese collega’s niet overtuigen van een militaire aanval.
Teleurstelling
Obama verliet vrijdagavond teleurgesteld de G20-top in het Russische Sint-Petersburg waar hij zijn Russische collega Vladimir Poetin niet mee kon krijgen in zijn plan om Syrië aan te vallen.
Poetin zegt vooralsnog geen bewijs te hebben gezien van de chemische wapens en zegt dat Obama zich laat misleiden door ‘propaganda van de rebellen’.
Verklaring
Wel kreeg Obama tien collega’s, waaronder Groot-Brittannië, Frankrijk en Turkije, zo ver om een gezamenlijke verklaring te ondertekenen waarin de schuld bij Assad gelegd wordt.
Maar in dezelfde verklaring werd erkend dat een militaire interventie via de Verenigde Naties onmogelijk is vanwege het veto-systeem van de vijf permanente landen in de Veiligheidsraad. China en Rusland zullen militair ingrijpen daar blokkeren.