Dertien belangrijke Syrische rebellengroepen, waaronder het Vrije Syrische Leger, hebben verklaard zich niet meer achter de Syrische Nationale Coalitie te scharen. Ze lijken een einde te willen maken aan het geweld dat recent tussen de verschillende groepen strijders onderling oplaaide.
‘De Nationale Coalitie vertegenwoordigt ons niet, en wij erkennen de Coalitie niet,’ luidt het videobericht dat de rebellen dinsdag gezamenlijk uitbrachten.
Overgangsregering
De Syrische Nationale Coalitie is een door het Westen gesteunde politieke alliantie die vorig jaar in Istanbul werd gevormd. De coalitie wordt door 107 landen erkend als officiële vertegenwoordiger van de oppositie tegen de Syrische president Bashar al-Assad.
De oppositiepartijen in Istanbul hadden deze maand de tandarts Ahmed Tomeh verkozen als voorlopige premier. Hij kreeg de opdracht een overgangsregering te vormen in de door rebellen bezette gebieden.
Eenheid
De rebellengroepen laten echter weten zich niet meer gerepresenteerd te voelen door organisaties die vanuit het buitenland opereren en de ervaring van gewapende opstand niet delen.
Naast het Vrije Syrische Leger onderschrijven onder meer het aan Al-Qa’ida verbonden Jabhat al-Nusra en de salafistische Ahrar al-Sham – inmiddels de machtigste rebellengroep in Syrië – de boodschap.
Ze sommeren daarnaast alle opstandelingen om ‘zich te verenigen in een duidelijke islamitische context’ en ‘de belangen van de Ummah boven die van individuele groepen te plaatsen’.
Wapeninspecteurs
Vandaag zijn inspecteurs van de Verenigde Naties aangekomen in Damascus om hun onderzoek naar het gebruik van chemische wapens voort te zetten.
Ze zullen onder meer het noordelijk gelegen Khan al-Assal bezoeken, waar de rebellen volgens het regime van Assad in maart gifgas hebben ingezet tegen militairen en burgers. Net als bij hun vorige onderzoek zullen de inspecteurs echter enkel onderzoeken of, en niet wie het gas heeft gebruikt.