VN onderzoeken nog zeven vermeende gifgasaanvallen Syrië

Inspecteurs van de Verenigde Naties (VN) gaan onderzoek doen naar nog zeven incidenten waarbij gifgas zou zijn gebruikt. Drie van de aanvallen hadden plaats na 21 augustus, de dag dat honderden Syriërs om het leven kwamen door een chemische aanval.

Dat maakt de VN vrijdag bekend. Bij de aanval op 21 augustus werd vermoedelijk gebruikgemaakt van het dodelijke zenuwgas sarin.

Rapport

VN-inspecteurs zijn woensdag aangekomen in Syrië en zullen hun werk naar verwachting maandag afronden. Eind volgende maand wordt een rapport verwacht.

Naar de aanval van 21 augustus werd ook onderzoek gedaan door inspecteurs van de VN. Naar aanleiding van dat onderzoek werd geconcludeerd dat het zenuwgas sarin was gebruikt rond de Syrische hoofdstad Damascus.

VN-inspecteurs onderzoeken alleen of chemische wapens zijn ingezet. De schuldvraag blijft onbeantwoord.

Voorraad

Dinsdag beginnen deskundigen van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) met inspectie van de voorraad chemische wapens in Syrië. Naar schatting heeft het land een voorraad van ongeveer 1.000 ton chemische wapens met onder meer sarin en mosterdgas.

De inspecteurs van OPCW krijgen dertig dagen de tijd om alle plekken in Syrië te bezoeken, waar het regime wapens heeft opgeslagen.