De afgetreden koning Albert II van België krijgt geen extra financiële steun. Zijn toelage blijft steken op 923.000 euro per jaar.
Dat zegt premier Elio di Rupo donderdag in het Belgisch parlement.
Verzoek
Belgische media meldden eerder vandaag dat Albert, die zich na zijn aftreden als Belgisch staatshoofd nog altijd koning mag noemen, een verzoek had ingediend bij de regering om zijn toelage te verhogen. Die toelage is sinds zijn aftreden teruggeschroefd van 11,5 miljoen naar iets minder dan één miljoen euro per jaar.
De koning zei dat hij van zijn huidige toelage niet rond kon komen en vroeg daarom of de regering bereid was een deel van de kosten op zich te nemen.
De staat zou bijvoorbeeld het onderhoud en de verwarming van zijn woning, Kasteel Belvédère, of de brandstof voor zijn koninklijk jacht kunnen betalen, zo suggereerde Albert.
Kerstboodschap
Maar dat verzoek stuitte op grote verontwaardiging bij Belgische politici. ‘Laat hem zelf eens kijken of hij wat kan besparen, zoals hij iedereen in zijn kerstboodschap heeft aangeraden,’ zei Theo Francken van de Vlaams-nationalistische partij N-VA.
Partijgenoot en koningshuiskenner Pol Van den Driessche sloot zich aan bij Francken. De politicus zei het ‘stuitend’ te vinden dat de koning om extra geld uit de schatkist vraagt om zo zijn vakanties te kunnen bekostigen.