Hoofd van de VN-missie in Mali Bert Koenders toont zich verheugd over de komst van de 368 militairen en tien politieagenten naar het Afrikaanse land. De missie is ‘zeer belangrijk voor het land’.
Dat zegt de oud-minister voor Ontwikkelingssamenwerking (PvdA) vrijdag op het besluit van het kabinet over de missie tegenover RTL Nieuws. ‘Tot nu toe ontbrak het in Mali aan mensen die inlichtingen verzamelen.’
Hij hoopt dat meer landen het voorbeeld van Nederland volgen, aangezien er nog zo’n zesduizend militairen nodig zijn voor de VN-missie.
Bedreiging
Nederland moet zich er wel van bewust zijn dat ook deze militaire missie risico’s kent. ‘Het is geen Irak of Afghanistan, maar ook geen Denemarken.’
‘Een broeinest van terroristen’ is Mali niet meer, weet Koenders. Maar blijkbaar zijn er nog genoeg terroristen die een bedreiging vormen: ‘We krijgen nu de ogen die nodig zijn om de islamisten in de gaten te houden’.
Schuilhouden
Frankrijk verdreef in januari met militair ingrijpen in Mali veel jihadisten van Al-Qa’ida, die voor hun verdrijving langzaam maar zeker het hele land dreigden te veroveren. De vraag is wel waar zij zich nu schuilhouden.
Het gebied waar Mali zich bevindt, kent poreuze landsgrenzen, uitgestrekte woestijnen waar terroristen zich terug kunnen trekken en politiek-instabiele landen.
Uitvalsbasis
Zo is het waarschijnlijk dat een land als Libië als uitvalsbasis voor terroristen dient. Het land mist net als Mali een stevig centraal gezag en controle op de vele wapens in het land na de val van kolonel Muammar Khadaffi is er nauwelijks.
Volgens een bron die dichtbij de Malinese president staat, is het zuiden van Libië nu wat het noorden van Mali eens was: een terroristisch bolwerk waar smokkelaars vrijelijk kunnen reizen tussen buurlanden Algerije, Tsjaad en Niger.