In Nederland heerst onder Greenpeace-sympathisanten een jubelstemming over de uitspraak van het Zeerechttribunaal over de voorlopige teruggave van de Arctic Sunrise en de vrijlating van de opvarenden. Maar Rusland laat weten de uitspraak van het tribunaal niet te erkennen.
‘Het Internationaal Zeerechttribunaal heeft niet de bevoegdheid om over het opbrengen van de Arctic Sunrise en opvarenden te oordelen,’ laat het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken in een verklaring weten.
Uitspraak is bindend
Rusland zegt het zeerechtverdrag van de Verenigde Naties in 1994 gedeeltelijk te hebben ondertekend. ‘Uitspraken die de nationale soevereiniteit aantasten, erkennen wij niet’.
‘Wij hebben tijdens de zaak met die bezwaren rekening gehouden, en ze zijn ook in het oordeel van het tribunaal meegenomen,’ laat een woordvoerder van Buitenlandse Zaken vanuit Hamburg weten aan elsevier.nl. ‘De uitspraak is bindend, dat is voor ons het belangrijkste’.
Garantie van 3,6 miljoen
Vrijdag oordeelde het Internationale Zeerechttribunaal dat Rusland alle opvarenden van de Arctic Sunrise moet vrijlaten moet toestaan dat ze het land verlaten. Hiervoor moet wel een bankgarantie van 3,6 miljoen euro worden betaald.
‘We moeten alles nog goed bestuderen, we stappen net uit het tribunaal. Het is nu aan minister Frans Timmermans (PvdA) om te oordelen of het bedrag door Nederland zal worden betaald,’ laat de woordvoerder weten.
Positieve reacties
In Nederland is intussen zeer positief op de uitspraak van het tribunaal gereageerd. VVD-Kamerlid Han ten Broeke spreekt van een ‘steun in de rug’ en PvdA-Kamerlid Michael Servaes roept de Russische president Vladimir Poetin op ‘zijn verplichtingen na te komen’.
Dit is overigens geen definitieve uitspraak. De arbitragezaak tussen Nederland en Rusland over de rechtmatigheid van de arrestatie van de Greenpeace-activisten loopt nog.