De beroemde Britse treinovervaller Ronnie Biggs is woensdag overleden op 84-jarige leeftijd. Hij was betrokken bij een roof die in de volksmond The Great Train Robbery wordt genoemd.
Biggs stierf na een lang ziekbed. Hij kon al langere tijd niet praten en had moeite met lopen na een reeks beroertes te hebben gehad, bevestigt zijn woordvoerder woensdag aan de Britse zender BBC.
Op 8 augustus 1963 pleegde een bende van vijftien mannen een overval op een posttrein tussen Londen en Glasgow in Groot-Brittannië. De bende roofde een recordbedrag van 2,6 miljoen pond uit de trein.
Ontsnapt
Biggs werd in 1964 gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig jaar, maar wist na vijftien maanden te ontsnappen. Hij vluchtte naar Parijs, waar hij plastische chirurgie onderging om onherkenbaar te worden.
Later vluchtte hij naar Australië en uiteindelijk naar Rio de Janeiro in Brazilië, die hem niet wilde uitleveren omdat hij een kind had verwekt bij een Braziliaanse vrouw. Daar was hij 35 jaar ongrijpbaar voor justitie, maar hij trok wel de belangstelling van de Britse pers.
Trots
Biggs ontpopte zich tot een cultfiguur en was ervan overtuigd dat hij een ‘beminde crimineel’ was. In 1978 zong hij twee nummers met de Britse punkgroep Sex Pistols en hij bracht later ook zelf het album Mailbag Blues uit, dat verwees naar de posttrein die hij heeft beroofd.
Er zijn films uitgebracht over zijn leven en hij schreef een boek over zichzelf. De crimineel liet weten trots te zijn op zijn deelname aan de overval. Sommigen verweten hem dat hij de misdaad verheerlijkte en nooit berouw heeft getoond.
Gevangenis
Wel noemde Biggs het ‘betreurenswaardig’ dat de machinist van de trein gewond raakte. Hoewel de bendeleden geen vuurwapens bij zich hadden, sloeg een van hen de machinist met een ijzeren staaf. De man raakte daardoor arbeidsongeschikt.
In 2001 keerde hij vrijwillig terug naar Groot-Brittannië, waar hij alsnog de gevangenis in moest. Vanwege zijn zwakke gezondheid kwam hij in 2009 vrij.