Het bezoek van de Japanse premier Shinzo Abe aan het omstreden Yasukuni-monument voor oorlogsslachtoffers heeft tot felle reacties geleid van China en Zuid-Korea. Tokio zou voorbij gaan aan de Japanse oorlogsmisdaden in beide landen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
China en Zuid-Korea hebben in het verleden al vaker hun woede geuit over bezoeken van Japanse politici aan het monument.
In het Yasukuni-heiligdom worden 2,5 miljoen oorlogsdoden vereerd, onder wie ook veertien veroordeelde oorlogsmisdadigers. Het was de eerste keer sinds 2006 dat premier Abe het monument bezocht.
Woede
China noemde het bezoek van Abe ‘absoluut onacceptabel voor het Chinese volk’ en de regering van Zuid-Korea spreekt van ‘droefheid en woede’. Ook de Amerikaanse ambassade in Tokio was niet te spreken over het bezoek.
De actie van Abe was volgens de Amerikanen ‘teleurstellend’ en zou de spanningen met Japans buurlanden onnodig verhogen.
Banden
De Japanse premier zei na zijn bezoek dat de betrekkingen met China en Zuid-Korea belangrijk zijn. ‘Ik hoop op een kans om uit te leggen aan China en Zuid-Korea dat het aanhalen van de banden in ieders belang is.’
Hij zegt dat het niet zijn bedoeling is om de Chinezen en Zuid-Koreanen te kwetsen. Abe zou het monument op persoonlijke titel hebben bezocht en niet als vertegenwoordiger van de regering van Japan.
De spanningen tussen Tokio en Bejing zijn de laatste tijd al opgelopen, nadat China een luchtverdedigingszonde had uitgeroepen boven een deel van de Oost-Chinese Zee. Daar ligt een groep eilanden die beide landen opeisen.