Nelson Mandela, de oud-president van Zuid-Afrika, is op 95-jarige leeftijd overleden in zijn woonplaats Johannesburg. De anti-apartheidstrijder van het Afrikaans Nationaal Congres en eerste donkere president van Zuid-Afrika kampte al maanden met terugkerende problemen aan zijn luchtwegen.
Het overlijden van Mandela werd donderdagavond bekendgemaakt door de huidige Zuid-Afrikaans president Jacob Zuma. Hij sprak het volk toe in een televisietoespraak. ‘Ons land heeft zijn belangrijkste zoon verloren. Mandela heeft ons samengebracht en samen zullen we afscheid van hem nemen,’ zei Zuma.
Kritiek
De toestand van Mandela werd steeds beschreven als kritiek, maar stabiel. Toen hij in juni werd opgenomen in het ziekenhuis met een longinfectie werd er al ernstig rekening mee gehouden dat hij zou sterven.
Hij bleek echter sterker te zijn dan gedacht. In september werd hij ontslagen uit het ziekenhuis, omdat hij volgens zijn doktoren thuis op hetzelfde niveau intensieve zorg zou kunnen krijgen.
Bij het huis van Nelson Mandela in Johannesburg zijn vanavond honderden Zuid-Afrikanen bij elkaar gekomen. Velen hebben kaarsjes aangestoken en er zijn bloemen neergelegd.
Volgens NOS-correspondent Elles van Gelder hebben veel Zuid-Afrikanen vanwege het late tijdstip van de bekendmaking door Zuma nog niet gehoord van het overlijden van Mandela.
President
Mandela, die in 1990 na 27 jaar werd vrijgelaten uit de gevangenis op Robbeneiland, kreeg in 1993 de Nobelprijs voor de Vrede, samen met toenmalig president Frederik Willem de Klerk. Een jaar later, in 1994, werd ‘Madiba’, zoals hij ook wel werd genoemd, de eerste donkere president van Zuid-Afrika.
Na het einde van zijn presidentschap in 1999 was hij nog veelvuldig te bewonderen in de media, met popsterren en wereldleiders. De laatste jaren stond zijn broze gezondheid een publiek optreden niet meer toe. Nelson Mandela zal een staatsbegrafenis krijgen.