De Nederlander Siert Bruins (92) is woensdag vrijgesproken voor de moord op de 36-jarige verzetsstrijder Aldert Klaas Dijkema bij het Groningse Appingedam in september 1944. De Duitse rechter acht bewezen dat Bruins hem doodschoot, maar ziet onvoldoende bewijs om hem te veroordelen voor moord.
Het Openbaar Ministerie had levenslang geëist voor moord, maar de rechter in het Duitse Hagen vond alleen doodslag bewezen. Dat misdrijf is verjaard.
De oud-medewerker van de Sicherheidsdienst die ook wel ‘het beest van Appingedam’ wordt genoemd, is de laatste nog levende en in vrijheid verkerende Nederlandse oorlogsmisdadiger. Zijn advocaat vroeg om vrijspraak, omdat volgens hem Bruins niet zelf had geschoten, maar de inmiddels overleden nazi August Neuhäuser.
Eerdere veroordelingen
Bruins werd kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland bij verstek ter dood veroordeeld. Die straf werd later omgezet in een levenslange gevangenisstraf.
Maar in een Nederlandse cel zou hij nooit belanden. Bruins was de Nederlandse justitie jarenlang te slim af: tijdens de oorlog vluchtte hij naar Duitsland, waar hij nu nog altijd woont. De Duitse wet bepaalt dat hij daardoor niet meer gedwongen aan Nederland kon worden uitgeleverd.
In 1980 werd hij door de Duitse rechtbank tot een celstraf van zeven jaar veroordeeld voor de moord op twee joodse broers, maar al in 1985 kwam de nazi weer op vrije voeten.