Er zijn zeker tien Nederlandse jihadisten gesneuveld in Syrië sinds het begin van de burgeroorlog. Daarnaast vechten nog ongeveer 120 Nederlandse moslimstrijders mee met radicale groeperingen zoals Al-Nusra.
Dat heeft minister Frans Timmermans (Buitenlandse Zaken, PvdA) donderdag laten weten in een debat in de Tweede Kamer.
Twintig teruggekeerden
Ongeveer twintig polderjihadisten die in Syrië actief zijn geweest, zijn teruggekeerd naar Nederland. Die worden volgens de minister ‘heel goed in de gaten’ gehouden.
Timmermans zegt hierover op Europees niveau al goed samen te werken met andere landen zoals België, maar hij wil ook graag samenwerken met landen uit het Midden-Oosten zoals Libanon, Turkije en Jordanië. Daarom organiseert Nederland half februari in Den Haag een internationale bijeenkomst over jihadgangers, waar een vertegenwoordiging uit die landen aanwezig zal zijn.
Geëerd als martelaren
Eerder zei minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) zich zorgen te maken over de radicalisering van moslims. Volgens hem reisden steeds meer Nederlanders naar Syrië om daar te vechten voor een fundamenteel-islamitische staat en tegen het regime van Bashar al-Assad.
Opstelten gaf aan zich zorgen te maken om de propaganda die online wordt verspreid over omgekomen Syriëstrijders, die op internet worden geëerd als martelaren: ‘Het is niet gebleken dat van de terugkeer van teleurgestelde Syriëgangers en de dood van anderen een afschrikwekkende werking uitgaat.’