In gevechten van het Iraakse leger tegen aan Al-Qa’ida gelieerde terroristen, zijn tientallen moslimstrijders gedood. Dat gebeurde bij de stad Ramadi, honderd kilometer ten westen van de hoofdstad Bagdad.
Het Iraakse leger kreeg bij de gevechten hulp van soennitische stammen, meldt persbureau Reuters. Dat is opvallend, want Al-Qa’ida is een soennitische terreurorganisatie.
Terroristen
Een strijder heeft tegen het Franse persbureau AFP gezegd dat in totaal 62 terroristen om het leven zijn gekomen.
Het geweld begon al maandag, toen het Irakese leger een protestkamp wilde ontruimen dat daar al meer dan een jaar stond. Premier Nuri al-Maliki, een sjiiet, wilde al lang van het kamp af. Hij noemde het een ‘hoofdkwartier van Al-Qa’ida-leiders’.
Deal tussen leger en soennieten
Het regeringsleger zou donderdag een pact hebben gesloten met verschillende soennitische stammen uit Ramadi, waar juist aan Al-Qa’ida gelieerde strijders proberen de macht over te nemen.
‘Die mensen zijn criminelen die de stad willen overnemen en de gemeenschap doden,’ zei een van de stammenleiders die besloot het leger te steunen, tegen persbureau Reuters.
Geweldsgolf
Het geweld in Irak is vorig jaar sterk toegenomen. Het was met 7.818 burgerdoden en nog eens 17.981 gewonden het bloedigste jaar in het land sinds 2008, schrijft Bloomberg.
De toename van het geweld wordt in verband gebracht met de burgeroorlog in Syrië. Extremistische strijders uit Irak steunen de strijd van bepaalde Syrische rebellengroepen tegen het regeringsleger van president Bashar al-Assad.