Tientallen doden bij aanval op Syrische stad Aleppo

Bij een helikopteraanval op de Syrische stad Aleppo zijn tientallen doden gevallen. Vanuit legerhelikopters zijn zogeheten ‘vatbommen’ op woonwijken gegooid.

De aanval, die aan ten minste negentig Syriërs het leven zou hebben gekost, was zaterdag, meldt het Observatorium van de Mensenrechten zondag vanuit Londen. De organisatie heeft veel contact met activisten in Syrië.

Burgers

Vatbommen zijn ijzeren vaten gevuld met explosieven en spijkers. Onder de doden zijn volgens het observatorium dertien minderjarigen en zeker tien strijders van het Al-Nusrafront, dat banden heeft met terreurbeweging Al-Qa’ida. De meeste slachtoffers zijn burgers.

In de woonwijken die zijn aangevallen hebben opstandelingen het voor het zeggen. Mensenrechtenorganisaties zijn tegen het gebruik van vatbommen, omdat er veel onschuldige burgerslachtoffers vallen

Een van de bommen zou zijn terechtgekomen op een tankwagen vol benzine. Door de kracht en explosies van de bommen zijn gebouwen met de grond gelijkgemaakt.

Vrede

De bombardementen gebeurden een dag na de eerste onderhandelingsronde in Zwitserland tussen het regime en delen van de oppositie. Bemiddeling van de Algerijnse diplomaat Lakhdar Brahimi heeft niets opgeleverd.

De Syrische minister van Buitenlandse Zaken Walid al-Moualem zei vrijdag dat de vredesgesprekken niets concreets hebben opgeleverd. Volgens Al-Moualem gedroeg de delegatie van de oppositie zich onvolwassen.