De Verenigde Naties hebben de toelatingsverzoeken van de Palestijnse president Mahmoud Abbas voor dertien conventies geaccepteerd. Secretaris-generaal Ban Ki-moon heeft geoordeeld dat de aanmeldingen ‘in orde’ waren.
Dat heeft de VN-topman vrijdag laten weten aan alle 193 lidstaten. De Palestijnen stapten op 2 april naar de Verenigde Naties, wat in strijd was met de afspraken over de vredesonderhandelingen met Israël.
Conventies
Vier dagen eerder had Israël, eveneens in strijd met de afspraken, een groep Palestijnse gevangenen niet vrijgelaten. Uit onvrede daarover besloot Abbas tot een diplomatiek offensief in Genève en blies hij eerdere pogingen om de Palestijnse staat te laten erkennen nieuw leven in. In 2012 werd de Palestijnse staat al erkend als waarnemer bij de Verenigde Naties.
Aansluiting bij de conventies is voor de Palestijnen belangrijk, om dat er onder meer internationale regels in oorlogstijd en bij bezettingen onder worden geregeld. Dat zou betekenen dat Palestina de bezetting van de Jordaanoever kan laten berechten als een oorlogsmisdaad – en premier Benjamin Netanyahu zou in theorie als oorlogsmisdadiger kunnen worden berecht.
Israël
Volgens Israël zijn de Geneefse Conventies niet van toepassing op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, omdat de Palestijnse gebieden niet universeel als staat worden erkend.
Israël maakte woensdag bekend dat alle samenwerking met de Palestijnse Autoriteit zou worden gestaakt. Onderhandelaar Tzipi Livni, die minister van Justitie is, zet nog wel de dialoog met de Palestijnen voort.