Door een brand in een gebouw zijn in Odessa zo’n achtendertig mensen om het leven gekomen. Een aantal mensen stikte in de rook, anderen kwamen om toen ze in paniek uit het gebouw sprongen.
Dit meldt de Oekraïense politie vrijdag. Het is het ergste geweld sinds de afzetting van de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj in februari.
Vakbondsgebouw
Tijdens schermutselingen tussen pro-Russische betogers en tegenstanders kwamen in de Oekraïense havenstad eerder op de dag drie mensen om het leven. Demonstranten gooiden met benzinebommen, stenen en explosieven.
Een vakbondsgebouw werd in brand gestoken. Het is nog onduidelijk of het om dezelfde brand gaat. Ook is niet bekend of de slachtoffers pro-Russische separatisten zijn.
Odessa ligt in het zuiden van Oekraïne aan de Zwarte Zee. De plaats is ver verwijderd van de steden in het oosten van Oekraïne waar separatisten de macht hebben gegrepen. Een meerderheid in de stad is Russischtalig.
Actie
Het Oekraïense leger kwam vandaag in actie tegen pro-Russische separatisten in de oostelijk gelegen stad Slavjansk, waar de militanten overheidsgebouwen bezetten. Daarbij vielen volgens de Oekraïense autoriteiten veel doden.
De tijdelijke Oekraïense president Oleksandr Toertsjinov erkende dat de operatie van zijn leger niet zo vlot verliep als gepland. De oorzaak lag volgens hem bij het vechten in dichtbevolkt gebied. De militanten zouden burgers als menselijk schild gebruiken.