De Chinese regering heeft zondag besloten duizenden Chinezen te evacueren uit buurland Vietnam, nadat boze burgers van dat land vorige week demonstreerden tegen omstreden olieboringen door China.
Bij die protesten, die in de loop van de week een gewelddadiger karakter kregen, vielen zeker twee doden en ruim honderd gewonden.
Honderden Chinezen zijn de afgelopen dagen op de vlucht geslagen. Zij gingen per vliegtuig terug naar China of reisden over land naar Cambodja. Vermoedelijk worden de komende tijd nog veel meer Chinezen teruggehaald door de autoriteiten in Peking.
Olieboringen
De Vietnamese regering is woedend over olieboringen door China in het door Vietnam opgeëiste deel van de Zuid-Chinese Zee. Dat deel wordt zowel door China als Vietnam tot zijn exclusieve economische zone gerekend.
Vorige week verliep een door de autoriteiten geregisseerde demonstratie in hoofdstad Hanoi nog kalm, maar nadat Vietnamezen deze week eigen protesten gingen organiseren, nam ook de onrust verder toe – met gewelddadigheden tot gevolg. In de zuidelijke stad Thuan An werden vernielingen aangericht aan tientallen fabriekspanden van Chinese ondernemingen.
Arrestaties
De autoriteiten doen er intussen alles aan om de geest weer in de fles te krijgen. De actievoerders zouden met hun anti-Chinese protesten de stabiliteit in Vietnam in gevaar kunnen brengen, vindt de leiding van het Aziatische land. Het land is economisch erg afhankelijk van de grote en machtige noorderbuur China.
Oppositiegroepen kondigden voor vandaag opnieuw demonstraties aan in de grote steden van Vietnam. Mensen, die van plan waren nieuwe anti-Chinese protesten te beginnen, worden opgepakt. Er wordt melding gemaakt van arrestaties in onder meer de hoofdstad Hanoi en in Ho Chi Minh stad.