Nederland heeft de afgelopen tien jaar, naast veel diplomatieke inspanningen, 500 miljoen euro besteed aan de ontwikkeling van Zuid-Sudan. Maar na zes maanden burgeroorlog is het land weer helemaal terug bij af.
‘De vooruitgang is in de knop gebroken,’ zegt minister van Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen zaterdag in de Volkskrant.
Grote initiator
Die constatering moet Ploumen pijn doen, want Nederland is één van de grote initiators geweest bij het stichten van ’s werelds jongste staat.
Uit cijfers van het ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat Sudan na Afghanistan het meeste geld kreeg van Nederland. Voor Afghanistan was er met missies in Uruzgan en Kunduz veel aandacht in politiek en media. Over geld naar Sudan hoorde je nagenoeg niemand.
Blinde liefde
Toch was er wel reden voor wat aandacht, zeggen GroenLinks-fractievoorzitter Bram van Ojik en D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsema. Er waren nogal wat kritische rapporten van de inspectiedienst (IOB) van het ministerie.
Volgens Van Ojik had de Tweede Kamer ‘grote sympathie’ voor de geboorte van een nieuwe staat. Daarom was er niet echt een kritisch debat.
Burgeroorlog
Het meeste ontwikkelingsgeld werd dan ook gestopt in de ontwikkeling van Zuid-Sudan, het land dat in 2011 onafhankelijk werd van Sudan.
Maar een burgeroorlog aldaar heeft sinds december het kersverse land verscheurd. De ontwikkelingsprogramma’s zijn weer omgezet in noodhulp. De 500 miljoen euro die Nederland in de opbouw heeft gestopt, is in rook opgegaan.