De net aangetreden Oekraïense president Petro Porosjenko wil vergelding voor de dood van 49 inzittenden van een militair transportvliegtuig, dat zaterdag werd neergehaald door pro-Russische separatisten.
De president wil een grondig onderzoek naar de gebeurtenissen nabij Luhansk, een stad in het oosten van Oekraïne waar separatisten de dienst uitmaken. Porosjenko verwijt zijn veiligheidsdiensten dat zij het toestel niet afdoende beschermden.
Sancties
Het vliegtuig, dat vermoedelijk met machinegeweren en luchtafweergeschut is neergehaald, is een toestel van het type lljoesjin-76, dat bezig was met landen op het vliegveld van Luhansk. Het vliegtuig vervoerde soldaten, uitrusting en voedsel.
Aan boord waren veertig militairen en negen bemanningsleden. Kiev vermoedt dat de zware wapens van de separatisten uit Rusland afkomstig zijn en wil daarom nog meer sancties tegen de Russen als de wapensmokkel van het grote buurland niet stopt.
De Oekraïense regering beschuldigt het Kremlin ervan dat het de separatisten, die zij consequent aanduidt met ‘terroristen’, bevoorraad met tanks. Deze week zouden drie van dergelijke voertuigen over de grens zijn gereden. Rusland ontkent de beschuldigingen.
Kracht
Het Oekraïense leger is bezig met een ‘anti-terreuroperatie’ in het oosten van het land die al aan 270 mensen het leven zou hebben gekost.
Porosjenko zei na zijn inauguratie een week geleden dat het geweld in het oosten van Oekraïne moet stoppen. Hij wil ervoor zorgen dat de rust in het oosten van het land terugkeert. ‘Ik wil geen oorlog, ik wil geen wraak ondanks het grote offer van het Oekraïense volk.’