Naar schatting vechten een kleine tweehonderd personen met een Nederlands paspoort op dit moment mee in de sektarische oorlog in Noord-Irak. Ook onder de Koerdische ‘Peshmerga’ zijn strijders met de Nederlandse nationaliteit.
‘Er worden hier Jezidi’s en christenen gedood, vrouwen verkracht, kinderen onthoofd. Als geboren Koerd ga ik dan niet op een Nederlandse camping vakantie vieren. Dan ga ik naar mijn land om te vechten,’ zegt de Rotterdamse Azar tegen De Telegraaf.
Polder-Koerden
In zijn legerkamp tussen Erbil en Duhok zijn nog vier mannen met de Nederlandse nationaliteit gestationeerd. Onder hen sergeant Omer en korporaal Kewa.
In totaal gaat het om minstens vijftig ‘Polder-Koerden’ die naar hun vaderland zijn afgereisd voor de strijd tegen de islamistische militanten van de Islamitische Staat (voorheen ISIS). Gek genoeg nemen ze het in die oorlog op tegen tientallen landgenoten.
Kalifaat
Het ministerie van Buitenlandse Zaken schat dat ongeveer honderdtwintig personen met een Nederlands paspoort meedoen aan de terreur van IS.
Zij meldden zich eerder voor de jihad in Syrië, maar maken zich nu sterk voor de oprichting van een kalifaat. Kennelijk prefereren zij een op tribale wetten gebaseerd gebied boven de welvaartsstaat in Nederland.
Andere behandeling
De Tweede Kamer heeft minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) uitleg gevraagd over deze personen.
De Nederlandse Koerden rekenen erop dat zij bij terugkomst anders zullen worden behandeld dan de jihadstrijders. Sergeant Omer uit Capelle aan den IJssel: ‘Wij dienen immers een goed doel.’