De Turkse regering vergeleek de noodtoestand met die in Frankrijk, maar die vergelijking gaat volledig mank. Het land dreigt eerder te gaan lijken op de Islamitische Republiek Iran.
President Recep Tayyip Erdogan regeert nu per decreet, nadat hij eerder de noodtoestand afkondigde. Natuurlijk heeft de president van Turkije het recht om de coupplegers op te sporen en te vervolgen. Daaraan twijfelt niemand: de winnaar mag de verliezer berechten.
Natuurlijk beseffen wij dat we eigenlijk weinig weten over de aard en de omvang van de coup in Turkije. Recentelijk wist een Nederlandse student een deel van het WhatsApp-verkeer tussen de coupplegers te bemachtigen. Daaruit komt een chaotisch beeld naar voren van een paar amateursoldaten die een putsch wilden plegen. Erdogan sloeg de militaire opstand dan ook neer, en arresteerde duizenden vermeende betrokkenen.
Erdogan kan zijn volk manipuleren
De noodtoestand in Turkije betekent dat het bewind van Erdogan een aantal belangrijke fundamentele rechten opzij mag zetten: instelling van avondklok, de ongelimiteerde fouilleringsbevoegdheid, huiszoekingen, verbod op personen- en vrachtvervoer op bepaalde tijden of plaatsen, een verschijningsverbod kranten, tijdschriften, boeken, toestemming voor publicaties en controle op alle radio- en televisie-uitzendingen. Dit is slechts een aantal drastisch gevolgen van de noodtoestand. Omdat de persvrijheid is opgeheven, kan Erdogan de komende tijd het Turkse volk manipuleren.
Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden (EVRM, 1950) geeft de staten de mogelijkheid om van het verdrag af te wijken: In tijd van oorlog of in geval van enig andere algemene noodtoestand die het bestaan van het land bedreigt, kan elke Hoge Verdragsluitende Partij maatregelen nemen die afwijken van zijn verplichtingen ingevolge dit Verdrag, voor zover de ernst van de situatie deze maatregelen strikt vereist en op voorwaarde dat deze niet in strijd zijn met andere verplichtingen die voortvloeien uit het internationale recht (art. 15).
De staten mogen echter niet afwijken van een aantal bepalingen: recht op leven, verbod op onmenselijke en vernederende behandeling én foltering, verbod op dwangarbeid en slavernij, en het legaliteitsbeginsel (geen straf zonder wet). Deze bepalingen mag de Turkse staat ook onder de noodtoestand niet schenden.
Valse vergelijking
Onmiddellijk na de afkondiging van de noodtoestand vergeleek de Turkse premier Binali Yildirim de Turkse situatie met die van Frankrijk. Dat is een valse vergelijking. De noodtoestand in Frankrijk heeft te maken met het islamitisch terrorisme. Er is werkelijk niemand die kan twijfelen aan de ernst van deze dreiging. Het gevaar voor de Turkse regering is na de mislukte couppoging wel afgewend. Alle coupplegers zijn al gearresteerd. En de Turkse regering heeft vooralsnog geen enkel bewijs kunnen leveren voor de ernst van de situatie om de noodtoestand voor zes maanden te kunnen handhaven.
De Turkse regering was al voor de coup bezig geweest met de onderdrukking van journalisten en andersdenkenden. Nu heeft de regering de vrijheid van meningsuiting na de coup volledig in de ban gedaan. Dat is niet het geval in Frankrijk. De Franse media waren en zijn in staat om de maatregelen en de handelingen van de regering kritisch te volgen. Ook heeft de Franse regering geen censuur toegepast op de berichtgeving. De Franse regering heeft evenmin de rechterlijke macht aangetast.
De noodtoestand is er voornamelijk om de inzet van militairen en ander eenheden mogelijk te maken. Daarnaast kan de Franse justitie arrestatie, huiszoeking en doorzoeking doen zonder onmiddellijke tussenkomst van de rechter. Wel moet na de aanhouding alles door de rechter worden getoetst. Bovendien verschaft de noodtoestand de mogelijkheid om als zich een onmiddellijk onbeheersbare terroristische dreiging voordoet, de evenementen en andere bijeenkomsten te verbieden. Alles is dus in Frankrijk gekoppeld aan de terroristische dreiging, en in Turkije is alles gekoppeld aan een mogelijke coup die de Turkse regering niet eens kan aantonen.
Grote zuivering
In werkelijkheid is in Turkije een grote zuivering gaande: ruim 3000 rechters worden ontslagen, duizenden onderwijsmensen, militairen, diplomaten en andere ambtenaren moeten het veld ruimen of zijn op non-actief gezet. Waarschijnlijk zijn er nu al ruim 70.000 mensen direct getroffen door de regeringsmaatregelen. Tientallen journalisten worden opgepakt.
De zuivering van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan duurt voort en richt zich nu op de media. De Turkse regering sluit 131 mediaorganisaties en wil ook nog eens…lees verder >
Daarmee is duidelijk geworden waarom de situatie in Frankrijk niet met Turkije kan worden vergeleken: de Franse regering verdedigt de rechtsstaat en mensenrechten en dus de vrijheid, daarentegen ruïneert het bewind van Erdogan de rechtsstaat, schendt de mensenrechten en vernietigt de vrijheid.
Het regime van de Turkse sultan heeft ook nog de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht om zeep geholpen. Dit is een buitengewoon gevaarlijk precedent voor heel Europa. Turkije als lid van Raad van Europa en partij bij het EVRM moet juist door deze Raad op het matje geroepen worden. De Raad moet aan de Turkse regering een ultimatum stellen voor het herstel van de mensenrechten. Doet Turkije dat niet, dan moet het land uit de Raad worden gegooid. Daarmee zal Turkije volledig buiten Europa worden geplaatst. Dat is het onvermijdelijke lot van elke Europese staat die de mensenrechten op een grove en grootschalige wijze wil schenden.
Volgens Amnesty International worden de arrestanten in Turkije aan folteringen onderworpen. De mensenrechtenorganisatie beweert zelf dat arrestanten ook zouden zijn verkracht. Dat roept bij mij herinneringen op aan Iran in 2009 – het jaar dat een volksoproer werd neergeslagen. Dat Turkije geen Frankrijk is, wisten we al, maar dat Turkije op Iran dreigt te lijken, wist niemand.