De verovering van de Amerikaanse droom was de ideologische strategie van de presidentskandidaat Barack Obama in 2008. Dat was tevens de titel van zijn boek. In tegenstelling tot zijn opponent, de Republikein John McCain, hield Obama Amerika een groot plan, een nieuwe horizon, voor.
Dat plan bestond uit het herstel van de morele superioriteit van Amerika in de internationale betrekkingen, het herstel van respect voor het internationaal recht, het bestrijden van racisme en discriminatie in Amerika en de gelijkmatige bevordering van het economische geluk voor de Amerikaanse burgers. De onderliggende idee was niet nieuw, geen revisie op de Amerikaanse idealen. Daarom gebruikte Obama het woord ‘herovering’.
Yes we can?
Met leuzen als ‘Yes we can’ en ‘Change’ veroverde Barak Obama niet alleen de harten van een meerderheid van Amerikaanse kiezers, maar de harten van de Europese burgers. Zijn overwinningsspeech begon met een ode aan de democratie: ‘If there is anyone out there who still doubts that America is a place where all things are possible; who still wonders if the dream of our founders is alive in our time; who still questions the power of our democracy, tonight is your answer.’
Prachtige woorden die in essentie zeker ook nu waar zijn. Maar acht jaar na dato vraagt men zich af of de dromen van de oprichters van Amerika (Founding Fathers) nog steeds levend zijn. We kunnen nu met zekerheid stellen dat het president Obama niet is gelukt om een meerderheid van de bevolking rond de dromen van de oprichters van Amerika te verenigen. Zie, de hevige tegenstellingen (en vooral de radicaliteit ervan) in Amerika anno 2016.
In dezelfde speech trachtte de president de natie te verenigen. De eerste zwarte president van Amerika zag voor de verovering van de Amerikaanse droom de eenheid van de natie als een noodzakelijke voorwaarde: ‘It’s the answer spoken by young and old, rich and poor, Democrat and Republican, black, white, Hispanic, Asian, Native American, gay, straight, disabled and not disabled – Americans who sent a message to the world that we have never been just a collection of individuals or a collection of Red States and Blue States: we are, and always will be, the United States of America.’ Ook deze woorden zijn ontzettend mooi! Maar ook hier is de realiteit acht jaar na dato bitterhard.
Een verdeeld land
Het Amerika van 2016 is een verdeeld land, een radicaal verdeelde natie. President Obama kon dat zien aankomen, toen de Tea Party een groot deel van de bevolking kon mobiliseren tegen het Democratische en ook Republikeinse establishment. Echter was de president absoluut niet in staat om enigszins begrip op te brengen voor de kiezers die op de Tea Party hadden gestemd. Hier verscheen de onbuigzame president met een neiging naar het gebruik van de absolute macht.
Eigenlijk kunnen we president Obama als een onbuigzame president kwalificeren. Op zich hoeft dat niet negatief uit te pakken. Wanneer de president met de invoering van een nieuw zorgstelsel bezig was, is zijn onbuigzaamheid volledig te rechtvaardigen. Maar op dezelfde manier ging hij om met alle andere vraagstukken. En dat was niet wijs en redelijk. Tevens correspondeerde dit gedrag niet met zijn beloftes bij zijn overwinningsspeech. Deze radicaliteit en onbuigzaamheid leidden tot de geboorte van een hevig verzet tegen zijn partij, maar en vooral ook tegen het traditionele gezag binnen het Amerikaanse conservatisme dat er van onmacht werd en wordt beschuldigd. Dat laatste dreigt nu een groot probleem te worden voor de Amerikaanse politiek.
Het onvermogen van Obama om bij de herovering van de Amerikaanse droom – wat nog altijd een liberaal-conservatieve droom is – de conservatieven te betrekken, bracht enorme imagoschade toe aan de conservatieven. Op het eerste gezicht lijkt deze bewering vreemd. De Amerikaanse conservatieven konden en kunnen niet met een radicale en onbuigzame president omgaan. De conservatieven kunnen immers alleen via instituties de strijd aangaan om ideeën en de macht. President Obama gaf ze geen enkele ruimte voor een waarachtige ideeënstrijd op het institutionele niveau. De conservatieven verloren hun gezag: ze behoren immer niet toe tot de revolutionairen die buiten de instituties om de strijd kunnen voortzetten.
De absolute macht van Obama
Daarom verscheen de Tea Party uit het niets, omdat juist de oprichters met hun radicale methoden en de nodige onbuigzaamheid met de radicale president wilden communiceren. Nou, het was geen communicatie! President Obama had de neiging zijn presidentschap als een absolute macht post te vatten. Juist wilde de oppositie op basis van de idealen van de Amerikaanse oprichters een dergelijke president inperken: het beginsel van ‘Checks and Balances’ was in deze periode zoekgeraakt. Deze wijze van de machtsuitoefening baarde haar eigen tegenstander: niet de traditionele conservatieven, maar de Tea Party en nu Donald Trump.
President Obama bracht een radicaal verdeeld land en Donald Trump (dus de uitschakeling van traditionele conservatieven) voort. De geschiedenis moet nog worden geschreven, we zitten er nu middenin.
De onbuigzame president Obama baarde een onbuigzame opponent Donald Trump.