Merkel vreest Brexit. Logisch, EU is niet competitief

Angela Merkel en Boris Johnson in augustus 2019 in Berlijn. Foto: AFP

De Duitse bondskanselier Angela Merkel (CDU) zei na haar ontmoeting in Parijs met de Franse president Emmanuel Macron (En Marche!) over het Verenigd Koninkrijk na de Brexit: ‘..een potentiële concurrent dient zich aan.’ Dit is juist. Dat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat biedt geweldige kansen, schrijft Jelte Wiersma.

De interne markt in de Europese Unie (EU) wordt vanuit Nederlands perspectief vaak bejubeld als een enorm succes. Immers, Nederlandse bedrijven kunnen dan eenvoudiger exporteren naar andere EU-landen. En goederen die uit de rest van de wereld binnenkomen in Nederland kunnen met meerwaarde worden verkocht op de EU-markt.

Lees ook het commentaar van Jelte Wiersma: De wraak van Weber en Oost-Europa op Macron en Merkel

Maar wie kritischer kijkt, ontdekt dat het beeld minder rooskleurig is. Sinds de versnelde integratie van de EU na het Verdrag van Maastricht begin jaren negentig, is de gezamenlijke economie van de EU-landen aan het slabakken vergeleken met die van de Verenigde Staten. Groeiden (West-)Europa en de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog lange tijd even snel, vanaf eind jaren tachtig, begin jaren negentig spuit de Verenigde Staten weg.

Innovatie wordt tegengewerkt

Dat heeft veel redenen. Belangrijkste is dat in de EU niets mag tenzij is opgeschreven dat het wel mag. Dit smoort innovatie. Hoe meer de EU integreert – en er kwam een versnelling eind jaren tachtig en begin jaren negentig – hoe lastiger innovatie wordt. In de Verenigde Staten mag alles tenzij staat opgeschreven dat het niet mag.

Het zijn dan ook Amerikaanse ondernemers die dankzij de vrijheid van het Amerikaanse recht nieuwe technieken hebben kunnen ontwikkelen en die op de markt kunnen brengen. Daardoor is de arbeidsproductiviteit in de Verenigde Staten sinds begin jaren negentig veel sneller gegroeid dan in de EU. Tragisch, het fundamentele onderzoek aan Europese universiteiten wordt wereldwijd geroemd als het beste ter wereld. Maar het vermarkten van die kennis slaagt niet.

Vrijhandelsverdragen sluiten gaat moeizaam

Ook slaagt de EU er nauwelijks in vrijhandelsverdragen te sluiten met andere landen, terwijl de geschiedenis leert dat vrijhandel uiteindelijk iedereen ten goede komt. Vrijhandelsverdrag TTIP met de Verenigde Staten komt er niet. Het CETA-verdrag met Canada staat op losse schroeven, daarvoor is zelfs in vrijhandelsland Nederland geen meerderheid meer in de Eerste Kamer. En vrijhandelsverdrag Mercosur met Zuid-Amerika lijkt kansloos na protest van boeren over oneerlijke concurrentie. Zo worden economische kansen kapotgemaakt en daarmee welvaartsstijging voor velen onmogelijk.

De Brexiteers in het Verenigd Koninkrijk hebben telkens op deze feiten gewezen. De EU lijkt een blok aan het been voor innovatie en vrijhandel. Zij zien buiten de EU dan ook kansen. Ga maar na, nu al is de Verenigde Staten (zonder vrijhandelsverdrag dus) de grootste handelspartner van het Verenigd Koninkrijk en het land handelt nu al meer met de rest van de wereld dan met de EU. Na de Brexit zijn de kansen nog veel groter. Ook biedt de Brexit de kans belastingen te verlagen of af te schaffen, zoals de btw.

Vrees voor Verenigd Koninkrijk buiten de EU is terecht

Dat Angela Merkel een Verenigd Koninkrijk buiten de EU vreest, is dan ook volstrekt gerechtvaardigd. De tragiek is natuurlijk: waarom heeft Duitsland niet met het Verenigd Koninkrijk geprobeerd te EU te hervormen? En de EU in een meer competitieve richting gestuurd?

De antwoorden zijn legio, maar in de kern is het simpel. Het Verenigd Koninkrijk is mentaal nooit volledig aan boord geweest van de EU, Duitsland durfde niet want dat beweegt alleen in EU-verband als Frankrijk dat wil. En Frankrijk wil geen hervorming van de EU, het is juist voor protectionisme. De Franse president Emmanuel Macron noemt dat tegenwoordig ‘het beschermen van Europa’s soevereineit’.

De paradox van de ontmoeting zondag was dan ook dat Merkel om logische redenen het Verenigd Koninkrijk vreest. Maar als ze die vrees wil wegnemen, had ze zich moeten richten tot de man naast haar: Macron. Want zolang Frankrijk niet beweegt, staat de EU stil en blijven economische kansen verspild worden.