China: onze vergissing wordt nog steeds weggemoffeld

Chinese fabrieksarbeider produceert goederen voor het westen. Foto: ANP

Fouten uit het verleden worden nooit makkelijk erkend, weet Edouard Prisse. Maar als de vergissing over vrijhandel met China, gemaakt door hooggeplaatste politici in het Westen, niet eerst duidelijk wordt erkend, zal er ook geen juiste strategie met China op kunnen volgen.

Lezers hebben mij verzocht de kern van het lange artikel van 6 maart in EW (‘Hoe Joe Biden China nog kan stoppen‘) nu eens kort en begrijpelijk neer te zetten. Mea culpa dus en dit is een poging daartoe.

Edouard Prisse (1938) is schrijver, consultant en voormalig zakenman. Hij schreef het boek Is China Taking Over? over de relatie tussen China en het Westen.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

De vrijhandel met China die alle landen in 2001 zijn aangegaan, was een vergissing. Dat wordt nog steeds onder de mat geschoven. Het had de deskundigen bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Genève duidelijk moeten zijn dat onze westerse industrieën niet zouden kunnen concurreren tegen China waar arbeiders destijds 15 procent kostten van wat wij hier betaalden – nu ongeveer 30 procent, nog steeds veel te laag voor gewoon concurreren – en dat van die arbeidersfamilies er zo’n vijfhonderd miljoen op of onder de armoedegrens leefden.

Idee over vrijhandel met China was wensdenken

Vijfhonderd miljoen, laten we dat even tot ons doordringen. De huidige situatie met China is de eerste keer, wereldwijd, dat vrijhandel niet goed werkt. Tot dan toe had vrijhandel namelijk altijd haar nut bewezen, waardoor men vaak het naïeve ‘ik ben voor vrijhandel’ hoorde. In 2001 dachten wij bovendien dat, net als in de Sovjet-Unie, het communisme binnenkort zou instorten, dat democratie daar onvermijdelijk zou doorbreken, door te hoge schulden de Chinese economie zou inzakken en dat wij die markt wel even zouden ‘veroveren’. Wij hadden het mis, van die ideeën klopte niets. Dat was wensdenken.

Wij, dat wil zeggen alle westerse landen, kopen door de toen aangegane vrijhandel nu al twintig jaar lang veel te veel in China. ‘Made in China’ staat hier nu op bijna alles wat je koopt en dat heeft gevolgen. De vorige Amerikaanse president Donald Trump sprak van ‘jobs have been stolen. Dat klonk stoer, maar de werkloosheid in de Verenigde Staten en ook in de Europese Unie valt toch wel mee. Een reëler gevolg is dat er bij ons nu hele industrietakken weg zijn, bijvoorbeeld in de textiel. En dat gaat door, straks wordt de automobielindustrie bedreigd, en zo zullen er meer volgen.

Chinese agressie

Wij weten al bijna niet meer hoe je sommige dingen maakt. Ook zijn veel van onze eigen bedrijven afhankelijk geworden van onderdelen uit China, dat maakt ze kwetsbaar. Maar het belangrijkste gevolg van deze vrijhandel wordt nog steeds verzwegen en dat is dat er, uit het Westen, sinds 2001, elk jaar zo’n half triljoen dollar-equivalent aan geld naar China stroomt – onze betalingen voor wat wij daar kopen. Deze werkelijk gigantische bedragen – waar de bekende schepen met opgestapelde containers die hier naartoe varen tegenover staan – hebben sindsdien de Chinese economie met nooit eerder vertoonde snelheid verrijkt en dat gaat elk jaar gewoon door.

Met die zekerheid achter de hand wordt de communistische dictatuur in Beijing veel te agressief, denk maar aan de Chinese Zee en de overname van de haven van de Griekse stad Piraeus. Wij lezen dat overal en zo wordt China binnenkort inderdaad het machtigste land ter wereld. Let wel, dat gebeurt met ons geld, door die vergissing van vrijhandel. Dat leest u nog nergens, maar zo zijn de cijfers wel. Dit is de eerste helft van de kern van het artikel van 6 maart.

Westerse denkfouten

De tweede helft bestaat uit de vraag wat wij eraan kunnen doen en daarbij stuiten wij weer op een aantal denkfouten, even misplaatst als destijds in 2001. De eerste daarvan is dat onze industrieën nu dermate verweven zouden zijn met industrie in China dat de vrijhandel onmogelijk nog te stoppen zou zijn. Dat klinkt verstandig, maar is gewoon onjuist.

De tweede denkfout is dat indien wij, het Westen, China nu maar streng genoeg houden aan de handelsregels, de octrooiregels, de vestigingsregels enzovoort, dat wij dan de Chinese opmars wel het hoofd kunnen bieden. Ook dat is wensdenken, de denktanks staan er vol van.

Want niet alleen zal China zich niet aan de regels houden, maar zelfs als het dat wél zou doen, zou het grote prijsverschil van productiekosten tussen China en het Westen, en de verrijking van China met ons geld daardoor, gewoon doorgaan en zouden wij ‘met gulle hand’ de wereldmacht geleidelijk aan China blijven overdragen. China ‘aan de regels houden’ is wensdenken. De enige remedie is dan ook de vrijhandel met China te stoppen. Dat kan nog steeds, maar ook dat wordt ontkend. Een scenario daarover is in het artikel van 6 maart nader uiteengezet.

Biden heeft Kurt Campbell als zijn Çhina Czar aangesteld

Alleen de Verenigde Staten en Joe Biden kunnen China aanpakken want de EU-handel met China is te klein voor ons om een vuist te maken. Amerika kan het wel, maar daar gaat het op het ogenblik mis. Joe Biden heeft Kurt Campbell als zijn Çhina Czar aangesteld. Deze Kurt heeft met zijn bedrijf The China Group belang bij vrijhandel, want aan die handel verdient hij goed geld.

Als Biden naar deze man luistert, zal hij China niet aanpakken. Ik tracht daarover in de Verenigde Staten te publiceren zodat daar op zijn minst over dit punt wordt nagedacht. Op het ogenblik schrijven de meest beroemde denktanks nog primitief ‘we must put pressure on China to respect the rules’. Dat werkt niet en die denkfout moet hersteld worden.