Pas op met positieve discriminatie in de media

Burgemeester Lori Lightfoot van Chicago. Foto: ANP

De zwarte burgemeester van Chicago gunt alleen journalisten ‘van kleur’ interviews ter gelegenheid van haar tweejarig ambtsjubileum. Haar naïeve gebaar kan alleen maar averechts uitpakken in een land waar kritiek op positieve discriminatie zelfs de politiek correcte The New York Times heeft bereikt, schrijft René ter Steege in een ingezonden opinie.

Burgemeester Lori Lightfoot greep haar jubileum aan om het volgens haar ‘overweldigende blanke perskorps’ van Chicago de maat te nemen. Ze laakte die ‘schokkende situatie’ in de derde stad van de Verenigde Staten, waar volgens haar ‘meer dan de helft van de bewoners’ niet-blank is. (De krant Chicago Sun-Times houdt het zelfs op tweederde.)

René ter Steege (1949) werkte na zijn studie Frans als verslaggever en redacteur buitenland bij Het Parool en de Franse krant Le Monde. Hij vertaalde boeken uit het Frans en schreef over extreem-rechts in Frankrijk, onder wie Marine Le Pen.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

Daarom leek het de Democraat Lightfoot een goed idee om voor één keer alleen niet-blanke journalisten jubileuminterviews toe te staan. Natuurlijk bedankten journalisten die op basis van hun afkomst in aanmerking komen voor de eer. Een latino-verslaggever van de Chicago Tribune zei op 18 mei tegen persbureau AP: ‘Het mag niet zo zijn dat politici bepalen door wie ze worden geïnterviewd.’ De National Association of Black Journalists steunt Lightfoots geste niet, in tegenstelling tot media die zich richten op de zwarte bevolking van Chicago, zoals de onlinekrant The TRiiBE: ‘Haar critici lijken te denken dat zwarte en bruine journalisten niet in staat zijn harde vragen te stellen.’

Geloofwaardigheid van gekleurde journalisten kan eronder lijden

Lightfoot bewees journalisten van kleur die hun werk serieus nemen een slechte dienst. Zij verwacht kennelijk dat die in de eerste plaats zwart, bruin, latino, lhbtiq en wat niet al meer zijn, en pas in de tweede plaats verslaggever. Dat ze dus garant staan voor ‘etnische verslaggeving’, waarmee zij haar voordeel kan doen.

De geloofwaardigheid van gekleurde journalisten kan daaronder lijden, gezien het vooroordeel dat ze hun baan mede danken aan hun huidskleur. Zeker als ze ook nog voornamelijk worden ingezet voor aan ‘ras’ gerelateerde onderwerpen, als een soort diversiteits-inspecteurs. Ze beschadigen daarmee tevens de reputatie van de media waarvoor ze werken, gesteld dat die hechten aan eerlijke verslaggeving.

Selectieve berichtgeving

Zo maakte de zwarte verslaggever Clive Myrie van de BBC dezer dagen een reportage over racisme en politiegeweld in Frankrijk, waarbij hij zich voor ruim driekwart baseerde op verklaringen van zwarte activisten. Hij vermeed lastige vragen over de criminaliteit in de banlieues (voorsteden), de rol daarin van zwarte en Arabische jongeren, het strafblad van een jonge zwarte ‘martelaar’, het geweld tegen politiemensen, enzovoort.

Lees ook de blog van Victor Pak: Het politiek correcte gif in de Amerikaanse media

Zijn BBC-collega Naga Munchetty, van Indiase afkomst, maakte kort tevoren een zeer persoonlijke reportage over racisme in Groot-Brittannië, dat zij als kind van immigranten aan den lijve had ondervonden. Maar geen woord over een belangrijke reden voor het wantrouwen jegens jonge zwarte mannen, die immers fors meer vertegenwoordigd zijn in de misdaadcijfers dan hun getalsmatige aanwezigheid zou doen vermoeden. Het verzwijgen van die ongemakkelijke waarheden, van vitaal belang om de onderwerpen te doorgronden, viel me zwaar tegen van de BBC. Zulke selectieve berichtgeving staat bovendien op gespannen voet met de eigen richtlijnen van de omroep, die prat gaat op zijn groeiend aantal volgers in de Verenigde Staten.

George Floyd had een strafblad

Daar betichtte Margaret Sullivan, columniste van dagblad The Washington Post, onlangs rechtse media als Fox News van ‘smaadcampagnes’ tegen iconen van de zwarte gemeenschap. ‘Hoe rechtse media mensen als George Floyd besmeuren met het racistische argument dat ze geen engelen waren,’ staat boven haar stuk. Floyd was de zwarte Amerikaan die in mei 2020 omkwam bij zijn arrestatie in Minneapolis. De leider van de politie-eenheid die hem inrekende, agent Derek Chauvin, is onlangs door een jury schuldig bevonden aan moord op Floyd, een man met een strafblad zo lang als zijn reusachtige arm.

Dat ‘no angel’-argument is racistisch, zegt Sullivan. Ze noemt andere voorbeelden van zwarte mannen die tijdens hun arrestatie omkwamen door toedoen van blanke agenten, en dat volgens rechtse media aan zichzelf hebben te wijten. ‘Fox News deed alsof niet Derek Chauvin, maar George Floyd in de beklaagdenbank stond,’ schrijft ze verontwaardigd.

Daunte Wright werd beschuldigd van een gewapende roofoverval

Moeten de media een strafblad en het drugsgebruik van Floyd en anderen dan maar verzwijgen? Sullivan schrijft het nergens met zoveel woorden, maar het is wel de teneur van haar filippica tegen media die hun berichtgeving niet afstemmen op de wensen van de internationale beweging Black Lives Matter.

In The New York Times, doorgaans een toonbeeld van politieke correctheid, noemde columnist Bret Stephens meer voorbeelden van zwarte martelaren die nogal wat op hun kerfstok hadden. Zoals de jonge zwarte Daunte Wright die even buiten Minneapolis werd gedood, uitgerekend tijdens het proces tegen agent Chauvin – een duivels toeval dat je eerder zou verwachten in een roman van Tom Wolfe. Wright werd onder meer beschuldigd van een gewapende roofoverval op een vrouw, een misdaad waarvoor Floyd was veroordeeld. Het Huis van Afgevaardigden heeft onlangs een wet over politiehervorming aangenomen die is vernoemd naar Floyd. Wat zou het slachtoffer van Floyds overval, als ze nog leeft, daarvan denken?

Lees meer over Amerika en George Floyd: Hoe gaat het met het wegbezuinigen van de politie?

White privilege

Stephens ergert zich ook aan de kritiek op de blanke politieman die in Columbus, Ohio, een zwart tienermeisje doodschoot terwijl ze op het punt stond met een mes op een ander meisje in te steken. ‘Deze agent verdient geen kritiek, maar lof omdat hij een zwart leven heeft gered,’ schrijft Stephens.

Een opmerkelijk stuk in de krant waarvan de leiding vorig jaar een redacteur ontsloeg die een onbetamelijk geacht stuk over het neerslaan van rellen in de krantkolommen had toegelaten.

Stephens kraakt tevens het dogma van de ‘white privilege’ waarmee bewegingen als Black Lives Matter witte mensen om de oren slaan. Zij zouden een beter uitgangspunt in het leven hebben. Stephens: ‘White privilege is een vreemd idee voor miljoenen blanken uit de arbeidersklasse die gedurende vele generaties armoede hebben gekend zonder dat ze de afgelopen vijftig jaar konden profiteren van affirmative action programmes’. Hij doelt op de overheidsprogramma’s om zwarte Amerikanen, zo’n 13 procent van de bevolking, vooruit te helpen in de maatschappij.

Voorrang op basis van huidskleur

De resultaten van die positieve discriminatie, een omstreden omschrijving, waren de afgelopen tijd goed zichtbaar wanneer sprake was van spanningen zoals in Minneapolis, Atlanta en Chicago: het wemelde er van de zwarte burgemeesters als Lori Lightfoot, rechters, aanklagers, advocaten, hoofdcommissarissen van politie, enzovoort.

Stephens voorspelt en vreest dat de ‘bevoordeling op basis van ras’ zal toenemen: de stad Oakland in Californië overweegt arme bewoners de komende tijd 500 dollar (omgerekend ruim 400 euro) subsidie per maand te schenken, maar niet de blanken onder hen. De staat Vermont geeft ‘gekleurden’ voorrang bij het vaccineren tegen corona.  En in Chicago mogen alleen niet-blanken de burgemeester vragen stellen.

Een mijnenveld van gevoeligheden

Uit Stephens’ stuk spreekt nauwverholen wrevel over het permanente geklaag van delen van de zwarte bevolking over in het verleden aangedaan onrecht. Stephens ontkent dat onrecht niet, maar vindt dat zulks geen beletsel mag zijn ‘te erkennen dat jonge zwarte mannen zich schuldig maken aan gewelddadige criminaliteit op een afschuwelijk en buitenproportioneel niveau’.

Dat The New York Times deze columnist nog niet heeft ontslagen, is mogelijk de voorbode van een realistischer en minder verkrampte benadering van het thema ‘ras’, dat in de Verenigde Staten nog meer dan elders een mijnenveld van gevoeligheden is. Zeker nu het jaar 2045 nadert, wanneer de blanken er volgens officiële schattingen de zoveelste minderheid zullen zijn.