In weerwil van de decennia-oude trans-Atlantische koers – Den Haag steunt Washington – is het in het coalitieakkoord plots: alle ballen op Europa. Is dat nou wel zo verstandig, vraagt Robbert de Witt zich af.
Premier Mark Rutte wordt tot vervelens toe herinnerd aan de uitspraak die hij acht jaar geleden deed in de Rode Hoed, tijdens de door dit blad georganiseerde jaarlijkse HJ Schoo-lezing: ‘Visie is als een olifant die het zicht belemmert.’ Later zei hij dan wel dat hij een beetje spijt had van die uitspraak, maar voor zijn (vele) critici maakt dat natuurlijk allang niet meer uit. Ze konden de langzittende premier zo immers voortdurend gebrek aan visie en intellectuele luiheid verwijten.
Wie zijn lezing volgde, begrijpt dat het premier Rutte er eerder om ging dat pragmatisme soms nuttiger is dan al te star vasthouden aan een koers. Toch heeft Rutte zich best eens aan een visie gewaagd. Twee jaar geleden belichtte premier Rutte tegenover de Atlantische Commissie de waarde van een constante in het Nederlandse buitenlandbeleid: het koesteren van een warme relatie met de Verenigde Staten, de trans-Atlantische band.
Robbert de Witt (1978) is Buitenlandredacteur bij EW. Hij blogt wekelijks op donderdag over mondiale ontwikkelingen en de gevolgen ervan voor Nederland en Europa.
Amerika’s trouwe bondgenoot
Terecht benadrukte Rutte dat die al zeven decennia leidend is voor Den Haag. Hij haalde daarbij Dirk Stikker aan, de VVD-minister van Buitenlandse Zaken eind jaren veertig die betrokken was bij de oprichting van de NAVO en later nog secretaris-generaal zou worden van het militaire bondgenootschap. ‘Ik behoor tot hen die geloven dat de Atlantische Oceaan een hoofdweg is die ons verbindt, niet een slagboom die ons scheidt,’ zo citeert Rutte Stikker instemmend, aan het einde van een betoog.
Onder vrijwel alle ministers van Buitenlandse Zaken sindsdien, koos Nederland voor de zijde van de Verenigde Staten (en ook, in iets mindere mate, voor Amerika’s trouwe bondgenoot het Verenigd Koninkrijk). Joseph Luns, Max van der Stoel, Hans van den Broek, Jozias van Aartsen, Maxime Verhagen: allemaal ‘transatlantici’, de een soms wat meer dan de ander.
Een naar de wereld gerichte vrijhandelsnatie
Grofweg vier redenen waren hiervoor. Nederland zag – en ziet – zichzelf als een naar de wereld gerichte vrijhandelsnatie en lijkt in dat opzicht meer op de Angelsaksische landen dan sommige continentale naties als Frankrijk of Italië. Of als Duitsland, dat meer is gericht op het hart van Europa.
Ten tweede: de Verenigde Staten garandeerden tijdens de Koude Oorlog onze veiligheid. Ook speelt mee dat Nederland een belangrijke economische relatie heeft met de Verenigde Staten. En, ten slotte, betekende de westwaartse gerichtheid dat er een tegenwicht was tegen de Frans-Duitse dominantie in Europa.
Europa, Europa en nog eens Europa
Het is allemaal maar de vraag hoe het coalitie-akkoord van Rutte IV precies gaat uitpakken. Maar de passage over het buitenlands beleid doet toch een sterke heroriëntatie vermoeden. Want de teneur is alle ballen op Europa. De nieuwe coalitie wil de EU versterken, staat positief tegenover een Europese Veiligheidsraad, zoekt naar meer samenwerking op defensief gebied met EU-partners, wil de economische macht van de EU meer inzetten, en ziet een ‘voortrekkersrol’ in de EU en multilaterale organisaties.
Ter geruststelling van Atlantici staat er nog wel de frase in dat ‘een krachtige NAVO de hoeksteen blijft van onze collectieve verdediging’. Gevolgd door: ‘Wel zullen Europese landen vaker op eigen kracht conflicten moeten oplossen.’
Lees ook van Robbert de Witt: Russische eisen zijn pure chantage en moeten onbespreekbaar blijven
Het doet vermoeden dat D66 hier de buitenlandse koers heeft uitgestippeld, traditioneel pro-EU als deze partij is. En ongetwijfeld heeft het ook te maken met de Brexit, waardoor Nederland zich ineens in de EU moet redden zonder de ‘Atlantische’ Britten. Donald Trump heeft in zijn vier jaar de trans-Atlantische band natuurlijk ook bepaald niet warmer gemaakt. En dat Rutte het uitstekend kan vinden met de Franse president Emmanuel Macron – ze gaan graag samen eten – en minder met Boris Johnson of Joe Biden, zal allicht ook invloed hebben.
Nederland valt buiten de boot
Het heeft er in ieder geval alle schijn van dat beide Atlantische vrienden langzaam afdrijven van Nederland – of Nederland drijft zelf af, natuurlijk. Maar je kunt je afvragen of dat wel zo verstandig is, nu China het Westen uitdaagt en de Angelsaksische landen (de Britten, Amerikanen, maar ook de Canadezen en Australiërs) het gevaar van dictatoriaal Peking veel eerder hebben gezien dan de Europese landen. Ze organiseren zich inmiddels in vlot tempo tegen China.
Nederland valt buiten die boot, en probeert blijkbaar aan boord te klimmen bij de Fransen, die sinds Brexit meer en meer de lijnen zullen gaan inzetten in de EU. Maar de strategische autonomie, de Franse toverterm, bestaat voorlopig enkel op papier.