De voorbije jaren maakten rijke Golfstaten gebruik van de economische malaise in Turkije, Pakistan, Libanon en Tunesië om lucratieve brokken van de economie op te pikken. Nu pompen Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten miljarden aan leningen in de economie van het noodlijdende Egypte. De financiële orde verandert razendsnel en het Westen kan alleen toekijken, ziet Jonathan Holslag.
Tijdens mijn studententijd beleefde ik de hoogtijdagen van de globalisering en haar tegenbeweging, de andersglobalisten. De andersglobalisten hadden kritiek op hoe het Westen zijn financiële macht gebruikte om armere landen aan te manen hun staatseigendommen te verkopen. Eén van de instrumenten die het Westen voor die privatiseringen gebruikte, was het Internationaal Monetair Fonds, door een Amerikaanse functionaris ooit ‘de stormram’ genoemd waarmee men markten in de derde wereld kon openbreken.
Rijke staten Oost-Azië en de Golf gebruiken IMF als stormram
Nu is het aan de rijke staten in Oost-Azië en in de Golf om het Internationaal Monetair Fonds, oftewel het IMF, te gebruiken als stormram. Het Westen is al lang niet meer de grote kredietverstrekker. De stormram wordt op dit moment in stelling gebracht voor de poorten van de Egyptische economie. Sinds de Arabische Lente pompten de Golfstaten meer dan 20 miljard euro in Egypte, om zo het regime van generaal Sissi te ondersteunen.
De Egyptische economie is er niet goed aan toe. De inflatie, vooral het gevolg van de oorlog in Oekraïne, hakt erin. Vorig jaar stegen de prijzen er met ruim dertig procent. Het land van 110 miljoen inwoners is van vitaal belang voor de veiligheid in de Middellandse Zee en de maritieme doorvoer tussen Europa en Azië. Als de sterke man, Sissi, zou beginnen wankelen, zou het land weleens kunnen verglijden in een lange tijd van onrust.
Qatar en Emiraten azen op cruciale staatseigendommen Egypte
Maar terug naar het IMF. Om de Egyptische economie te stabiliseren, stelt het Muntfonds noodleningen voor, in ruil voor privatiseringen. Het is een oud recept. Deze keer zijn het echter niet de westerse landen die azen op overnames, maar Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten. De Emiraten azen op het grootste kunstmestbedrijf, een havenbedrijf en op enkele grote banken. Qatar doelt op telecom en gasvelden voor de Egyptische kust. In een eerste fase zou Egypte voor 40 miljard dollar aan staatseigendommen verpatsen. De Golfstaten gebruiken hun gewicht ook om allerhande lucratieve contracten te pakken te krijgen.
De grote vrees, vooral van Egyptische dissidenten, is dat de Golfstaten grip zullen krijgen op het Suezkanaal. Dat kanaal wordt beheerd door een staatsbedrijf, de Suez Canal Authority. Sissi heeft immers onder de autoriteit een fonds opgericht om buitenlandse investeringen aan te trekken. Officieel heet het dat er schotten tussen het fonds en de autoriteit zullen worden geplaatst. Maar de invloed van de Golf zal sowieso groter worden.
De Golfstaten zijn niet aan hun proefstuk toe. De voorbije jaren maakten zij gebruik van de economische malaise in Turkije, Pakistan, Libanon en Tunesië om lucratieve brokken van de economie op te pikken. De financiële orde verandert razendsnel. Het Westen kan alleen maar toekijken hoe nieuwe rijke landen zich op de dis storten. Van betogende andersglobalisten is deze keer geen spoor.