Trump test opnieuw de Amerikaanse rechtsstaat

Donald Trump bij bezoek aan Trump Tower in New York. Foto: ANP

Weet Donald Trump zijn aanhangers opnieuw tot het uiterste te drijven? Die vraag hangt boven de Verenigde Staten nu de oud-president is aangeklaagd in New York. Een nieuwe test voor belangrijke instituties, schrijft Victor Pak.

In geschiedenisboeken kan er weer een zin bij over Donald Trump. De eerste president die twee keer een afzettingsprocedure aan zijn broek kreeg, is ook de eerste president die strafrechtelijk wordt aangeklaagd.

Kern van de zaak is een betaling van omgerekend zo’n 120.000 euro aan pornoactrice Stormy Daniels. Trumps toenmalige advocaat Michael Cohen betaalde die som in 2016, vlak voor de stembusgang die Trump het presidentschap bezorgde. Het geld moest een vermeende affaire tussen Trump en Daniels uit de publiciteit houden. Cohen declareerde de kosten later bij Trump. Die voerde ze op als juridische kostenpost.

Trump overtrad mogelijk ook lokale verkiezingswetten

Trump zou wetten van de staat New York hebben overtreden, omdat het geen juridische kosten waren. Aangezien de betaling te maken had met zijn politieke campagne, overtrad Trump mogelijk ook lokale verkiezingswetten. Aanklager Alvin Bragg overtuigde een jury ervan dat Trump moet worden aangeklaagd. De precieze aanklacht komt begin april naar buiten.

Saillant: aanklager Bragg is Democraat. In de Verenigde Staten zijn deze functies politiek en is polarisatie dus nooit ver weg. Trump zelf noemt de aanklacht een ‘heksenjacht’ – zijn uitleg voor elke juridische dreiging.

Trump hoopt op massale protesten van achterban

Gevaarlijker is Trumps oproep tot massaal protest. ‘Dit is een ongekende aanval op ons land,’ zei hij onder meer. ‘Pak onze natie terug!’ Gaat zijn aanhang daaraan gehoor geven? Ook de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 volgde na opruiende taal van Trump.

Trump test opnieuw de fundamenten van de Amerikaanse rechtsstaat. Stevig lijken die niet. Het geloof in het strafrechtsysteem waarin Trump is beland, daalde vorig jaar naar een dieptepunt. Slechts 14 procent van de Amerikanen heeft veel of een behoorlijk vertrouwen in dat systeem, zo bleek uit een peiling van Gallup. In 2021 was dat nog 20 procent. Vooral onder Republikeinen slonk het vertrouwen.

Bereidheid om geweld tegen overheid te gebruiken is toegenomen

Intussen groeit de bereidheid om geweld te gebruiken tegen de overheid. Eén op de drie Amerikanen vindt dergelijk geweld te rechtvaardigen. In 2010 kon 16 procent zich daarin vinden. Nog steeds vindt een ruime meerderheid van 62 procent geweld tegen de overheid nooit te rechtvaardigen, maar in de jaren negentig vond nog meer dan 90 procent dat.

Met zijn woorden appelleert Trump aan dat veranderde sentiment over geweld. Met de ervaringen van 6 januari 2021 in het achterhoofd is het aan de Amerikanen, en aan Trumps aanhangers in het bijzonder, om daar ver van te blijven.