Waarom China en Amerika in gesprek moeten blijven

Antony Blinken schudt Xi Jinping de hand. Foto: ANP

Op hoog niveau spraken Amerika en China weer. Dat is van groot belang. De competitiestrijd tussen de twee landen moet niet overslaan in een militaire confrontatie. Daarvoor is communicatie tussen de twee rivalen essentieel, schrijft Victor Pak.

Het bliksembezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken aan Peking eindigde met een vrolijke noot. Na een uiterst sobere ontvangst, waarbij zelfs de rode loper ontbrak, mocht Blinken op 19 juni toch langs bij president Xi Jinping. Een signaal dat ook de Chinezen openstaan voor herstel van de relatie.

Die raakte ernstig verstoord nadat de Amerikanen begin dit jaar een Chinese spionageballon uit de lucht schoten. Vorige maand botsten bijna twee marineschepen van de grootmachten op elkaar vlak bij Taiwan. Om escalatie te voorkomen, willen Blinken en zijn Chinese ambtsgenoot Qin Gang de gemoederen bedaren. Daarom komt Qin spoedig ook naar Washington.

Bij een ontdooien van de ijzige relatie is iedereen gebaat. Het is van groot belang dat de twee rivalen in gesprek zijn, al is het maar om de kans op ongelukken rondom Taiwan te verkleinen.

Daarnaast is er het economische belang. De handel tussen de landen is honderden miljarden euro’s waard.  Om precies te zijn ging het in 2022 om 630 miljard euro. Een record, niet eerder was de handel tussen de twee concurrenten zoveel waard. Dat maakt de prijs van een conflict voor beide onbetaalbaar.