Henri Beunders verwondert zich in een ingezonden opinie over de positionering van Trump en wat die zegt over onze tijdgeest.
Na het staken van de strijd door Ron DeSantis en de zege op Nikki Haley in New Hampshire blijft er nog maar één rivaal over: Nikki Haley. Hoe lang die rivaal blijft, is nog niet te zeggen. Daarom is het des te interessanter wat Donald Turmp zei op 15 januari na zijn grote zege in Iowa:
‘Het zou zo mooi zijn als wij allen, ons land, zouden samenkomen en de wereld op orde zouden brengen. En de problemen op orde zouden brengen. En de dood en vernietiging op orde zouden brengen waarvan we getuige zijn, en die nog nooit zo erg waren als nu. Het is gewoon zó belangrijk. Dit wordt de kern van onze boodschap. We zullen samen komen. En het gaat snel gebeuren ook’.
Zo, daar kunnen de zichzelf progressief noemende kiezers en partijen op gaan kauwen. Misschien helpt het beluisteren van John Lennons lied Come Together uit 1969. Hij schreef het – in de tijd van All You Need is Love – als ‘strijdlied’ voor de dichtende drugsactivist Timoty Leary die het politiek wilde opnemen tegen de Republikein Ronald Reagan als gouverneur. Iedereen kent het refrein:
‘Come together. Right now. Over me’.
Lees de tekst, en je snapt wat Lennon erover zei: ‘Gobbledygook’, maffe onzin, Come Together, voor een anti-Reagan-politicus!
Leary verdween in de gevangenis wegens drugsbezit, Reagan werd gouverneur. Come together verscheen op het Beatles-album Abbey Road.
Ophef over populistisch rechts
Net als de hippie Leary lijkt ‘links’ nu bedwelmd, zo niet helemaal de draad kwijt. Sinds de enorme zege van de PVV in november. En nu na de monsterzege van Donald Trump bij de eerste Republikeinse voorverkiezingen. Waarom? Een paar argumenten. De ‘TV-zender van de Democraten’, CNN, wilde slecht enkele seconden van de speech van Trump uitzenden. Ontkenning heet dat.
Bij ons is er al twee maanden consternatie, net als bij de partijgenoten over onze oostgrens. Daar wordt geroepen om een verbod van de almaar populairder wordende partij AFD, Alternative für Deutschland, zo’n tien jaar geleden begonnen als ‘professorenpartij’ tegen Europa en Euro en nu vooral een harde anti-immigrantenpartij.
Bewijs voor de consternatie: het voormalige toonbeeld van de linkse media, Vrij Nederland, althans de digitale resten daarvan, komt nu met een heuse onthulling: ‘Links en rechts denken werkt niet meer’ (18 januari). Wat volgt is een pleidooi voor een nieuw waardenmodel. Elke van de genoemde zes waarden is een kleur – paars, rood, blauw, oranje, groen, geel – en die kleuren stáán ergens voor, bijvoorbeeld paars is ‘Wij’ en ‘Familie, stam, volk’, dus veiligheid en traditie. Groen is ‘wij’, wereldgemeenschap, ecologie, dus welzijn.
Hét probleem? De polarisatie tussen oranje/groen en rood/blauw is gegroeid tot non-communicatie! Wat dus nodig is, is ‘ruimte geven aan het opkomende, nog wat onbegrepen geel’. Waarbij geel staat voor alle andere kleuren samen, dus voor ‘balans’, ‘intuïtie’ en ’systeemintegratie’. Bij de poging dit te snappen werd het mij groen én geel voor de ogen. Het is, na de indeling in waardengroepen door reclamebureaus als Motivaction, het volgende verkooppraatje voor wie last heeft van goedgelovigheid en de behoefte aan houvast in een woelige wereld.
De verklaring van de opkomst – of telkenmale terugkeer – van ‘sterke leiders’, zoals van de oervader van dit verschijnsel, Silvio Berlusconi, en nu weer Trump, is enerzijds veel simpeler dan die krankzinnige caleidoscoop aan kleuren. En anderzijds nog iets ingewikkelder. Het individu kan doorgaans de last van de eigen interne tegenstrijdigheden met gemak torsen. Maar als de nood hoog wordt komt er maar één spreuk boven: ‘Het hemd is nader dan de rok’.
Republikeinen niet meer partij van de rijken
Het simpele feit is dit: elite en anti-elite hebben in de afgelopen decennia van stuivertje verwisseld. De Democraten daar, D66 en GL/PvdA hier zijn het establishment geworden, de heersers van gisteren, zoals het CDA – ‘We rule this country’ – zijn in andere gedaante – NSC en BBB – nu bestrijders van ‘het establishment. Dat zagen we in 2016 in Amerika toen Hillary Clinton de Trump-stemmers afdeed als ‘deplorables’, zielige figuren. De gemiddelde huizenprijs van de Democraten was bijna anderhalf keer zo hoog als die van de Republikeinen, nog onder George W. Bush ‘de partij van de rijken’. Progressieven nu zijn nu de materieel of moreel welgestelden en globalisten. De huidige fans van Trump, Omzigt en Van der Plas zijn de nationalisten, die een eerlijkere verdeling van de lasten en lusten van ‘de gewone man’ eisen.
De kloof tussen rijk en arm, hoog en laagopgeleid loopt ook binnen die voorheen duidelijke kampen van links en rechts zelf. Ofwel, vele Trumpisten háten de Republikeinse Partij, met zijn bevoordeling van de rijken en mislukte oorlogen ver weg. Hier háten sommige oer-PvdA-ers de fusie met GL omdat die in de praktijk geen bezwaar hebben tegen het kapitalisme, en blijven ontkennen dat zij nu de culturele elite zijn, en niet meer die Che Guevara-strijders van toen.
Structureel is deze eeuw een einde gekomen aan de ‘burgerlijke maatschappij’ en ‘de moderne tijd’. Het woord ‘modern’ bracht tot uitdrukking dat de échte burgers zich dienden te versmelten met de mobilisering: ‘dronken moet nu het schip in zijn geheel zijn, niet meer alleen de tollende matroos’ (Peter Sloterdijk). Werkelijk modern werd dat leven dat zich baseerde op niets dat voorheen was, maar toch enorm overtuigd was van zichzelf. Praktijk werd dat mensen heen en weer gingen zwalken tussen wereldverbetering en zelfverwerkelijking.
Gevoel van chaos
De vergissing van ‘links’ is de ontkenning dat die zelfverwerkelijking nu bij bijna álle groepen in de bevolking voltooid is – overal regenboogkleuren – en zeker ook bij de ‘rechtse’ partijen. Ook die van Trump. Lesbisch, Latino, oud, jong, het is geen reden om niét op Trump te stemmen.
Wat zijn dan wel de redenen? Het gevoel van chaos, het gevoel van de bedrogen beloftes over sociale stijging en meer inkomen. De reclame én de Staat als hulpverlener hebben meer begeerte opgewekt dan ooit zal kunnen worden bevredigd. Ook niet met AI, die meer banen lijkt te schrappen dan te creëren.
In een citaat van onze Duitse tijdgeest-duider Sloterdijk uit 2014 klinkt het zo:
‘Als de moderne tijd het wereldtijdperk was van de projecten, dan blijkt de postmoderne tijd het wereldtijdperk van de reparaties te zijn (…) Als vooruitgang en reactie de hoofdbegrippen van de negentiende eeuw zijn, dan zijn prutswerk en reparatie die van de eenentwintigste. Grotere politiek lijkt alleen nog mogelijk als hulpdienst bij gevallen van pech’.
De aanhangers van Trump zien de mondiale chaos, voelen hun eigen neergang. Zij willen nu geen ‘prutswerk’ meer, maar dichte grenzen, protectionisme. Ofwel, zoals de Boeren ooit tegen elkaar riepen toen de dominante Britten oprukten: ‘Alle huifkarren in een kring!’
De verdeelde mens
Wat vergeten wordt is dat de burger – als mens, dus ook als kiezer – een ingewikkeld wezen is. Velen hanteren al te graag naar buiten toe de tegenstelling links-rechts , maar gunnen zichzelf met nog meer graagte het recht van de uitzondering. ‘Ja, ik heb twee weekendhuisjes, maar ik rijd elektrisch!’, ‘Ik ben links, hoe kán ik dan antisemiet zijn?’, ‘Een weekendje Napels, ja, KLM, moest hè: achternicht was jarig’. Enzovoorts.
Wie deze ‘verdeelde mens’ begreep, en daarom weigerde in termen van links-rechts te denken, was de Amerikaanse socioloog Daniel Bell. Twee van zijn boeken droegen titels die slogans werden over ‘de moderne tijd’ – ‘Het einde van de ideologie’ (1960) en ‘De komst van de postindustriële maatschappij’ (1973). Ik bedoel zijn derde en laatste boek, uit 1976: ‘De culturele tegenstellingen van het kapitalisme’. Waarom?
Omdat kapitalisme een doel in zichzelf was geworden. En niet, zoals filosofen van Aristoteles tot Adam Smith zeiden, een middel om een deugdzaam en beschaafd leven te leiden.
Daarom zegt Bell: ‘Op economisch vlak ben ik een socialist (…) Politiek gezien ben ik een liberaal (…) ‘Cultureel ben ik een conservatief’. Economisch gezien moet het collectief gaan boven het individu. Politiek moet het individu de belangrijkste factor zijn, niet de groep. En cultureel is respect voor de traditie nodig, en is het principe van autoriteit inzake kunsten en onderwijs noodzakelijk. Het boek is een poging te bewijzen dat deze ‘tegenstellingen’ toch een samenhangend mens- en wereldbeeld kunnen opleveren.
Reagan
Daniel Bell beschreef deze ‘drie-eenheid’ in een tijd van mondiale crises: oliecrisis, Vietnam, koude oorlog. Het resultaat werd Ronald Reagan, de man van zwart en wit, hemel en hel, en ‘The business of America is doing business’. Ofwel: ‘Good luck to you all!’
We leven nu weer in een tijd van mondiale crises en van de neergang van Amerika in ruil voor een multipolaire wereld van minstens vijf grote naties, met allemaal Sterke Leiders. De aanhanger van de huidige rechtse politici – in Amerika, in Europa en bij ons in Nederland – lijkt het meest op die drievoudige mens die Daniel Bell beschreef. Maar als we door de nood der tijden die tegenstrijdigheden in ons hoofd niet meer kunnen wegrationaliseren, dan blijft er maar één waarheid over. Wat die waarheid is, daar liet Raspoetin, de gebedsgenezer van de tsarenfamilie, geen misverstand over bestaan: ‘Waarheid is kracht’. Misschien wordt naast ‘Make America Great Again!’ dus wel de extra slogan van Trump: ‘Come together. Right now. Over me’. Met als argument: ‘Want ik heb de kracht’.