De stilte over Oekraïne tijdens deze campagne is ronduit verbijsterend. Europa is feitelijk in staat van oorlog, en dit zijn feitelijk oorlogsverkiezingen, schrijft Marc De Vos.
Terwijl de verkiezingsklok steeds luider tikt, krijgen enkele thema’s opvallend weinig aandacht. De begroting. Het klimaat. De Europese Unie. Maar geen enkel thema wordt zo miskend als de oorlog in Oekraïne.
Die oorlog is voor Poetins regime in Moskou al lang geen ‘speciale militaire operatie’ meer. Het is een oorlog van Rusland tegen het Westen.
Het is een oorlog tegen de wereldorde die het Westen na de Koude Oorlog heeft opgebouwd, een orde die leunt op het recht en instituties. Dat begrijpt ook het autoritaire China, dat om die reden onwrikbaar aan de zijde van Rusland staat.
Aan het front in Oekraïne wordt beslecht of de westerse waarden in de rest van de 21e eeuw toonaangevend blijven.
Of autoritaire regimes zich straffeloos kunnen afkeren van democratie en mensenrechten.
Of potentaten de onderdrukking van zwakkere landen kunnen riskeren.
Of vrijheid een mondiale waarde blijft.
Of ons mensbeeld en maatschappijbeeld internationaal moreel gezaghebbend blijven, dan wel als westers cynisme kunnen worden afgewimpeld.
Nieuwe werkelijkheid
Boven op de morele en psychologische symboliek, is er de geopolitieke inzet. Zo is Taiwan voor China wat Oekraïne is voor Rusland. Een Russische overwinning of zelfs maar de perceptie daarvan – in welke vorm dan ook – zal het risico op Chinese agressie fors verhogen. En dat heeft grote gevolgen voor de stabiliteit van Azië en voor de relatie tussen China en de Verenigde Staten.
Als we kijken naar Europa, dan valt of staat de stabiliteit in Oost-Europa, de Baltische staten en de Balkan met de uitkomst in Oekraïne. Om nog maar te zwijgen van de politieke cohesie in de Europese Unie zelf – kijk naar Hongarije.
Behalve als er een regimewissel in Moskou komt, is een nieuwe, lange Koude Oorlog met Rusland een nieuwe werkelijkheid, een die we het best vanuit een positie van sterkte aanvangen.
Dit zijn oorlogsverkiezingen
Intussen steekt de Europese Unie haar nek uit met beloftes van lidmaatschap of alliantie voor onder meer Oekraïne en Moldavië – pure fantasie als intussen het grondgebied van deze landen op het spel staat.
Intussen is Rusland bezig met provocaties aan de Europese en NAVO-grenzen, tot en met het betwisten van de maritieme grenzen met Finland, Litouwen en Estland.
Intussen heeft Europa al zowat alles gemobiliseerd voor feitelijke oorlogsvoering tegen Rusland: de financiële markten, handelsblokkades, economische sancties, grootschalige militaire en veiligheidssteun.
Maar veel meer zal nodig zijn, en veel langer, als we de oorlog in ons voordeel willen beslechten. Dat gaat offers vergen. Zelfs het inzetten van onze militairen is niet langer taboe, zei de Franse president Emmanuel Macron.
Tel dat allemaal bij elkaar op, en de stilte over Oekraïne tijdens de campagne is ronduit verbijsterend. We zijn feitelijk in staat van oorlog, en dit zijn feitelijk oorlogsverkiezingen.
Staatsmanschap vereist
Het is onvoorstelbaar dat de politieke leiders in West-Europa niet de moed hebben dit aan de bevolking te bekennen, en niet het staatsmanschap tonen om de strijd te leiden.
Want als Europa iets betekent, als de Europese Unie voor iets staat, dan is het een vredesverbond op het Europese continent. Als iets onze samenleving uit de spiraal van kleinzerige verdeeldheid en polarisatie kan verheffen, dan is het een collectieve strijd voor ons samenlevingsmodel van vrijheid en vrede.
Europeanen beseffen dat Oekraïne de herbewapening van Europa vergt, zo blijkt uit peilingen. Daarop moeten onze leiders toch kunnen bouwen.
Niet eerder bleek het Europese project voor veiligheid en stabiliteit zo’n tastbare noodzaak als nu. En toch heerst stilzwijgen en dreigt een ruk naar euroscepticisme.
Zo verliezen onze leiders de oorlog.