Hoe fraai ook de landschappen en hoe verfrissend de zee, de last en het besef van het verleden zijn op reis nooit ver weg. Zelfs op een idyllisch Grieks eiland spoken oorlogen van toen en nu door het hoofd.
Mijn vrouw zegt altijd dat we in het buitenland geen toeristen zijn, maar reizigers. En dat zal ik weten ook! Na dertien jaar zijn we terug in Griekenland, op Kreta. Als eerste had ik me voorgenomen aan de turquoise Egeïsche Zee, te midden van de olijfbomen, de wuivende oleander en de over antieke muurtjes wegschietende hagedissen, het jongste boek van mijn kameraad Frank Westerman te lezen, Zeven dieren bijten terug. ‘Een boek lezen aan het strand, hoezo? Dat kan altijd nog. Weet je wel hoeveel geschiedenis hier overal is!?’
Nooit eens gaan wij ongecompliceerd op reis, altijd met de last en het besef van het verleden. En van het heden. ‘Ik mag niet meer zeggen dat er een Derde Wereldoorlog komt, maar dat denk ik wel,’ lees ik in een post op X van alweer iemand die ik als kameraad beschouw, Theodor Holman.
Ik wil de link aanklikken — mijn vrouw slaat de telefoon nog net niet uit mijn handen. ‘Weg dat ding, we zijn nu op vakantie! Zeg, weet je hoe de joodse gemeenschap hier aan haar einde is gekomen? De joden werden opgepakt en samen met Italiaanse en Griekse verzetsstrijders op een schip gezet naar een Duits vernietigingskamp, maar dat werd onderweg getorpedeerd. 2.300 jaar joodse geschiedenis hield hier op.’
Bang voor de Russen
Het begon al in ons hotel, in Kissamos. Het meisje dat het ontbijt met veel vers fruit en yoghurt verzorgde, schakelde als een taalkundige ballerina soepel van het Grieks over op het Engels, het Italiaans, het Frans, het Duits. Er was iets in haar gereserveerde houding, in haar transparante bleekheid, wat me meteen opviel. ‘Hebt u soms ook een glas koude melk?’ verzocht ik haar in het Russisch. ‘Maar natuurlijk!’ zei ze in accentloos Russisch terug. Terug met de melk uit de keuken vroeg ze of ik Rus was. Ik gaf haar antwoord. ‘En u?’
Mijn intuïtie had me niet bedrogen. Ze kwam uit Chișinău in Moldavië. In haar jeugd had ze zowel Roemeens als Russisch gesproken. ‘Deze winter ben ik er met Jorgos geweest. Voor het eerst in jaren. Mijn hele familie daar is bang voor de Russen. Gek hè, hier is de zee elke dag blauw en schijnt de zon. Ik probeer zo min mogelijk aan de verschrikkingen van de oorlog in Oekraïne te denken. We zitten hier gelukkig ver van alles, op een eiland.’
Dat Kreta als eiland bescherming biedt is natuurlijk een illusie. Veroveraars in de klassieke oudheid hadden hun zinnen gezet op het bolwerk van koning Minos van Knossos, later kwamen onder anderen de Venetianen, de Britten, de Ottomanen. Een weer veel later de Duitsers: in 1941, met een invasiemacht van 40.000 soldaten. Om de bevolking te knevelen, tot slaaf te maken, uit te moorden. Hele dorpen met mannen, vrouwen en kinderen ging eraan.
Wiedergutmachungsbos
Mijn vrouw had Jorgos, de Griek bij de receptie, tevens minnaar van de ontbijtdame uit Chișinău, al de eerste dag benaderd. Er was in de buurt toch een met Duits geld aangelegd bos? In de zes jaar dat hij in het hotel werkte waren wij de eerste gasten die ernaar vroegen. Hij noemde ons de plek.
In ijdele hoop stop ik mijn nog ongebruikte zwembroek in de ovenhete kofferbak en we rijden weg. Op zoek naar het Wiedergutmachungsbos. Ik stuur, mijn vrouw volgt Google Maps.
Wat een landschappelijk schoon, wat een hemelse vergezichten! Overal zwevende roofvogels aan de hemel, rond ons de onophoudelijke explosies van witte en roze oleander, het geel van de wilde brem, palmen, olijfgaarden, dorpjes met witte huisjes en orthodoxe kerkjes.
Vlak nadat mijn vrouw in verrukking uitroept hoeveel het landschap hier toch lijkt op dat van de Krim uit haar jeugd, vinden we het Park des Friedens pas na de zoveelste poging. Aangelegd in 1976, een gezamenlijk project van de bevolking van het dorp Vlatos en onder meer het Goethe Intituut in Chania. Der Wissenschaft zum Studium — Dem Politiker zur Besinnung — Dem Besucher zur Anregung und Freude.
Van alle woorden blijft Besinnung bij mij het langst hangen. Wat is ‘bezinning’ dezer dagen? Wat zou bezinning bij hedendaagse politici concreet moeten inhouden? Een oproep tot een rechtvaardige oorlog? Tot vrede? Tot defaitisme? Zoals links en rechts de afgelopen decennia op veel dossiers stuivertje hebben gewisseld, geldt dat ook voor oorlog.
Hedonistisch genot
Later die middag volg ik, nog steeds heimelijk snakkend naar een eerste duik in de koele Griekse wateren, mijn vrouw de stenen trappen op van het oorlogsmonument in Maleme. Er liggen 4.468 Duitse soldaten begraven, tussen de gonzende krekels en de mediterrane bomen. De beelden in het paviljoentje — foto’s van moordpartijen op onschuldige burgers die de Duitsers, net als destijds vanuit de Sovjet-Unie, als ansichtkaarten naar huis stuurden — zijn om van te kotsen. Maar er staat niettemin geschreven: deze plek is een oproep tot vrede, tot contemplatie.
‘Denk je dat in Oekraïne ooit een monument als dit zal worden opgericht ter nagedachtenis van de Russische moordenaars? Als oproep tot bezinning en vrede?’ vraag ik mijn vrouw. ‘Nee, nooit, en dat is maar goed ook.’ Pas tegen de avond zijn we terug aan zee. Ik lees alsnog de column van Holman. Hij blijkt op vakantie in Italië, maar zit met zijn kop voortdurend bij al die oorlogen. Net als ik op Kreta.
Honderden jaren geleden, nog voordat de Kleine IJstijd zijn intrede zou doen, wisten zeelieden al dat land kon smelten als boter, lees ik de eerste zin van Westermans jongste boek. ‘Joehoe!’ gilt mijn vrouw, en ze rent het water in. Me verheugend op de literaire Arctische avonturen van mijn vriend spring ik mijn vrouw achterna het azuurblauw in. Niet ter bezinning of contemplatie. Puur voor hedonistisch genot.