Waarom juist de Russische armen veel te winnen hebben met oorlog

Ook het Kremlin weet dat elke oorlogseconomie is gedoemd in te storten zodra het weer vrede is, schrijft Pieter Waterdrinker. Maar voorlopig varen Ruslands werkende armen er verrassend wel bij. Alle westerse sancties ten spijt.

Deze week moest ik denken aan de Oekraïner die ik vorig jaar in de winter ontmoette in Odesa. Het was donker, de dieselgeneratoren in de straten van Odesa (het Marseille van Oekraïne) brulden om de huizen te voorzien van stroom en warmte. We stapten een Italiaans restaurant binnen, aan een gitzwarte binnenplaats. Ineens: een oceaan van licht.

Jongeren, ouderen, een bonte mengeling van inwoners van de stad die Vladimir Poetin nog altijd wil veroveren, inlijven in zijn gedroomde neo-imperialistische rijk, zaten er bijeen. Genietend van pizza’s, pasta’s en wijnen uit Italië. Iedereen die oorlog heeft meegemaakt — en dat zijn er in de wereld steeds meer — weet dat het dagelijks leven doorgaat.

Al meteen viel hij me op, die Oekraïner. Kaal als een struisvogelei. Hij was halverwege de zestig, de drie vrouwen om hem heen begin twintig. Elk woord van hem, iedere geste werd beantwoord met blikken van gefingeerde bewondering en aanstellerig bakvisgelach.

Nu begint het fenomeen van de oudere welgestelde man met een harem aan jonge vrouwen al even ten oosten van Maastricht. Het tafereel verbaasde me dan ook niet. Wel dat de man – hij had ons tafeltje van drie Nederlanders kennelijk afgeluisterd – plots naast ons stond. ‘Goedenavond, vrienden! Wat doen jullie in deze stad in oorlog?’

Een week eerder was hij nog in Nederland geweest. Om de twee maanden vloog hij via Chișinău in Moldavië naar Schiphol. Hij deed in ons land goede zaken in de internationale scheepvaart, iets met bemiddeling in opvarend personeel. Vóór Poetins invasie kwam hij ‘voor de business’ vaak in Rusland: Sint-Petersburg, Moermansk. Dat was voorbij. Maar het werk in Nederland niet. ‘Al is het is oorlog, de zaken gaan door.’

Peking voedt Oekraïne-oorlog

Ik moest van de week aan hem denken, nadat ik lang over de telefoon had gesproken met een vriend in Moskou. Een lafaard, een verrader? Nee, een intens goed mens, voor wie ik geheel insta. Maar niet iedereen heeft de kans zijn land te verlaten.

Mijn vriend reist voor zijn werk als biologisch wetenschapper veel door Rusland. Sinds de dood van oppositieleider Aleksej Navalny heeft hij alle politieke hoop voor zijn land verloren. ‘Velen hebben het door de oorlog juist steeds beter,’ zei hij. ‘En weet je wat? Het zijn vooral de voormalige werkende armen, ook in de provincie, wie het nu plots voor de wind gaat. 30 procent meer hypotheken!’

De lijst met sancties tegen Rusland wordt almaar langer. Maar het is dweilen met de kraan open zolang China die kraan niet dichtdraait. De recent opgefriste romance tussen Poetin en de Chinese president Xi Jinping laat weinig ruimte over voor illusies. Peking voedt de oorlog in Oekraïne zoals een blaasbalg een houtvuur.

Velen die nu verklaren dat we de afgelopen twintig jaar nooit hadden mogen zakendoen met het autoritaire, kleptocratische regime in Rusland – een standpunt dat te verdedigen valt – hoor je nu niet over China, dat openlijk met zijn vloot Taiwan intimideert.

De reden? Eigenbelang.

Oorlogen worden gekenmerkt door moed, opofferingsgezindheid, heldendom. Maar ook door lafheid, egoïsme, onverschilligheid. Kortom, het eeuwige eigenbelang. Te midden van alle wapengekletter, steunbetuigingen en concrete leveranties aan Kyiv, bloeien deze twee lelijke zijden van het mensdom naast elkaar. In Rusland, in het Westen, maar ook in Oekraïne.

Imperialistische oorlog

We mogen dan collectief hopen op Ruslands militaire en economische ondergang, de werkelijkheid is een andere. Moskou lijkt de stad Charkiv als een wurgslang te naderen. Vier van de tien roebels van het Russische staatsbudget gaan naar de wapenindustrie.

Intussen slaagt het Kremlin op het terrein waar Den Haag met alle beloften al decennia faalt: het fors verhogen van de reële lonen van veel laagstbetaalden.

Voorbeelden? Machinebankwerkers, lassers, wevers, kleermakers. Eindelijk kunnen zij door Poetins criminele oorlog ook eens met een gevulde portemonnee naar de supermarkt.

Waar een Russische wever in 2022 vlak voor de oorlog maximaal 25.000 roebel per maand verdiende (255 euro), beurt hij nu met gemak 120.000 roebel, ruim 1.200 euro. Koeriers en vrachtwagenchauffeurs hebben maandsalarissen van 2.000 euro. Met een vlaktaks van 13 procent op inkomsten blijft daarvan veel over.

Het resultaat is dat het geld volop stroomt in de Russische samenleving. Niet alleen in de grote steden. Mijn vriend: ‘Wil je een hypotheek krijgen, dan moet je vaak 30 procent contant aanbetalen. Voor velen is dat geen enkel probleem.’

Dat elke oorlogseconomie is gedoemd zodra het weer vrede is, weet ook het Kremlin. Maar behalve een criminele imperialistische oorlog, een propagandaoorlog, een ideologische oorlog tussen verschillende ‘beschavingen’, is de strijd in Oekraïne er ook één tussen rationaliteit en irrationaliteit.

Of beter, daarop kan het uitdraaien als de economie blijft bloeien. Dat laatste beseffen wij nog altijd niet voldoende.

Glijbaan

De Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en andere landen vinden het niet langer bezwaarlijk dat Russische militaire doelen met westerse wapens worden bestookt vanuit Oekraïne. Wie kan een land ontzeggen zich te verdedigen?

Zeker bij het zien van de gruwelbeelden van aanhoudende Russische aanvallen op burgerdoelen. Terwijl het Westen uit opportunisme snel grote voorraden nitrocellulose opkoopt van mensenrechten- en Taiwanbasher China om de productie te kunnen opvoeren van 155 mm-granaten voor het Oekraïense slagveld, speelt Poetin voor de zoveelste maal de nucleaire dreigkaart.

We lijken er langzamerhand immuun voor. Zo is de wereld op een glijbaan terechtgekomen. We weten dat je op een glijbaan volgens de wetten van de zwaartekracht steeds verder naar beneden suist. Maar of we met onze benen en verwende konten uitkomen in een warm rubberen-tegelparadijs, in het water of in een bak met ijzeren spiezen en glasscherven… Niemand die het weet.