Oorlog wordt weer sexy, maar tot waar zijn we bereid Kyiv te steunen?

De sneuvelbereidheid is gegroeid, de bewapening van Oekraïne gaat onverminderd door. Als we collectief bereid zijn Kyiv te blijven steunen, heeft de overheid de plicht uit te leggen wat er allemaal kan gebeuren. Dat schrijft Pieter Waterdrinker.

Rob de Wijk, hoogleraar Internationale betrekkingen te Leiden, auteur van vele boeken, dagelijks chroniqueur van de oorlog in Oekraïne, meldde onlangs op BNR Nieuwsradio iets behartigenswaardigs.

Zonder dat hij het wellicht besefte, zinspeelde hij op Gerard Reve die (ik meen in Bezorgde Ouders, al zijn romans die ik bezit liggen helaas in Rusland) eens opmerkte: ‘Als het oorlog wordt, zit je zo weer zonder.’

De Wijk verblijft regelmatig in zijn tweede huis op het Franse platteland waar hij, zo vertelde hij, steeds voorbereid is op wat kleinere rampen. Het uitvallen van het licht. Een plotse droge kraan. Het internet dat dagenlang op zwart gaat. ’We hebben altijd genoeg water en eten in huis om het zeker een week te kunnen uithouden.’

Hij meldde tevens dat de Fransen van hun bank nog altijd een chequeboekje krijgen, zodat ze gewoon kunnen betalen, ook als het opnemen van cash geld of het betalen met telefoon of creditcard niet langer kan. Hij pleitte voor de terugkeer van de cheque bij ons. ‘Want hoe gaan wij betalen als het internet er echt voor lange tijd uit ligt?’

Moestuin

In haar geweldige boek Wachten op het Westen verhaalt schrijfster en publiciste Nausicaa Marbe hoe zij aan het begin van de coronapandemie werd terug gekatapulteerd in het communistische Roemenië van haar jeugd, toen de Nederlandse winkelschappen in de eerste weken steeds leger raakten. Geen wc-papier, geen pasta, geen blikgroente en andere zaken meer. Ook zij weet uit ervaring als geen ander wat dat betekent. ‘Als het oorlog wordt, zit je zo weer zonder.’

Omdat mijn leven al vroeg een bepaalde tournure nam, staan hele straten – ja, zelfs hele steden met volkomen lege winkels nog altijd op mijn netvlies gebrand. In de Sovjet-Unie, eind jaren ’80.

‘Maar wij redden het wel, wij hebben een moestuin!’ zeiden veel Russen, Oekraïners en andere Sovjetburgers destijds. Vooral de Russen zeggen het nu weer: de datsja met de moestuin die ieder jaar fruit en groente geeft om in te maken, in te blikken, maakt ons bij grote cataclysmen onaantastbaar. Fysiek dan, want miljoenen zijn al geestelijk murw.

Hoe staat het met de moestuinen bij ons in het Westen? Niet zozeer  letterlijk, we hebben nog altijd boeren genoeg, alswel in geestelijke zin? Mocht het op een dag echt fout gaan?

Internetkabels

Russische schepen stropen al tijden onze kusten af om windmolenparken, internetkabels en andere kritieke infrastructuur in kaart te brengen. De schone kunst van spionage gaat vooraf aan sabotage. Het is onderdeel van de hybride oorlog die Rusland al jaren tegen het Westen voert.

De fameuze internetkabels over de bodem van de Noordzee en die van de Atlantische oceaan hoeven maar door de Russen te worden doorgeknipt en Gansch het raderwerk staat stil. Velen lachen de dreiging weg, simpelweg omdat we zoiets niet kunnen voorstellen.

Miljoenen landgenoten koesterden een terechte vrees dat het anders zou lopen, maar kijk eens: het onheilskabinet dat nu aantreedt blijft Oekraïne militair steunen. In ieder geval voorlopig. Scheidend minister van Defensie Kajsa Ollongren noemde het ‘mooi’ als VDL Nedcar zo snel mogelijk militaire voertuigen gaat produceren.

Intussen poseerde koningin Máxima onlangs in een gevechtspak lachend bij een technisch regiment van ons leger in Den Bosch. Kort nadat onderzoek had uitgewezen dat de sneuvelbereidheid in ons land fors is gegroeid. Oorlog wordt sluipenderwijs sexy gemaakt. Men zou ook kunnen spreken van oorlogsporno.

Totale oorlog

Er is nog een andere uitspraak van Reve die altijd ergens in mijn hersenpan rondzingt. Deze: ‘Als het oorlog is, moet je oorlogen.’ In mijn tijdlijn tref ik steeds vaker advertenties die me manen eens na te denken over een carrière binnen onze krijgsmacht. Kennelijk is er met die algoritmes iets grondig mis. Want ook al heb ik helaas een paar slagvelden in mijn leven bezocht, ik ben inmiddels veel te oud om de koning en het vaderland te verdedigen, sneuvelbereid of niet.

In een nieuwe episode van zijn sinistere maffiabanditisme heeft Vladimir Poetin Kyiv wederom voor het blok gezet: ofwel jullie geven de reeds veroverde gebieden Donetsk en Loegansk, alsook de nog niet veroverde gebieden Zaporizja en Cherson op, ofwel Moskou maakt zich op voor de totale oorlog. Het omsingelen, uitroken, vervolgens het alsnog innemen en liquideren van de hoofdstad Kyiv.

Of Moskou daartoe militair wel capabel is, is voor onze geestelijke moestuin niet eens zo van belang. Van belang daarvoor is dit: wij tonen ons collectief bereid Kyiv te blijven steunen. Nemen daarbij de mogelijkheid van een totale oorlog met Rusland op de koop toe. Dat is allemaal prima. Maar de vraag is of de Europese herbewapening van dit moment wel gelijke tred houdt met de mentale weerbaarheid.

Als de overheid het produceren van tanks, van pantservoertuigen van granaten weer volop ter hand neemt – terecht, we kunnen niet anders – dan ligt er voor dezelfde overheid een taak, zo niet een plicht de bevolking erop te wijzen wat er mogelijk allemaal kan gebeuren.

Cold turkey

Ontelbare kinderen en volwassenen spelen dagelijks spelletjes. Op hun telefoons, op hun computers. Ze zijn verslaafd. Knippen de Russen het internet op zwart, dan zal dat leiden tot een nationale cold turkey.

Supermarkten kunnen binnen een dag weer leeg raken. Vervoer ontregeld. Ziekenhuizen. Bankverkeer gestopt. Maar echt catastrofaal is dat allemaal natuurlijk niet. Het wordt pas werkelijk catastrofaal als jongens en meisjes naar het front gaan, in lijkzakken terugkeren.

Natuurlijk ligt er een vluchtplan klaar voor het koningshuis. De superrijken op de aarde hebben allang villa’s met schuilkelders laten bouwen in alle verre uithoeken van de wereld. Vol water en proviand.

Máxima mag dan stoer poseren in gevechtspak. Het maakt de noodzaak bij de overheid potentiële achterblijvers, zeg maar het volk, erop te wijzen wat er potentieel op het spel staat des te urgenter.