Wanneer gaat Europa nu eens fatsoenlijk investeren in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, vraagt Jonathan Holslag zich af.
Deze week viert de NAVO haar 75ste verjaardag tijdens een top in Washington. De belangrijkste zege blijft die op de Sovjet-Unie, na een lange Koude Oorlog. Sindsdien is er weinig reden tot feeststemming.
Tijdens de oorlog in Joegoslavië kon de NAVO nog enigszins van betekenis zijn en sindsdien ook bijdragen aan stabiliteit in bijvoorbeeld Kosovo, maar voor zowat alle operaties die daarop volgden was het palmares teleurstellend. De inzet in Afghanistan, Irak en Libië kostte de lidstaten honderden miljarden euro’s en deed meer kwaad dan goed.
De hoogmoed die vaak gepaard ging bij die operaties heeft het bondgenootschap verzwakt en, om het zacht uit te drukken, weinig geliefd gemaakt in de wereld. Bovendien is zo twintig jaar lang de aandacht afgewend van zijn kerntaak: het handhaven van de stabiliteit en de veiligheid in het verdragsgebied, vooral in Europa.
De interventies van de NAVO droegen bij tot achterdocht in Rusland, maar leidden ook de aandacht weg van Rusland. Dit maakte dat we onvoldoende hebben gereageerd op het geopolitieke revanchisme van president Vladimir Poetin.
Verwatering
Het bondgenootschap moet lessen trekken uit die strategische blunder en, bovenal, dezelfde fout niet een tweede keer maken. Als gevolg van de opkomst van China wil een aantal landen dat de NAVO een grotere rol speelt in Oost-Azië. Door die verschuiving van de aandacht dreigt opnieuw verwatering van de aandacht.
De NAVO kan pas geloofwaardig zijn als ze doet waarvoor ze werd opgericht: de veiligheid en de kernwaarden beschermen binnen het mandaatgebied. Hoe kun je nu denken aan avonturen in Azië als er zo veel onveiligheid in en rondom Europa bestaat?
Daadkracht
Of de NAVO zich herpakt, hangt niet af van wie volgend jaar de Amerikaanse president wordt, maar van de daadkracht in Europa. De Europese lidstaten leveren nog steeds maar 31 procent van de defensie-uitgaven van het bondgenootschap, en zelfs na twee jaar oorlog in Oekraïne zijn de inspanningen om de militaire afhankelijkheid van de Amerikanen af te bouwen zorgwekkend klein.
Die 2 procentnorm moeten we niet nastreven omdat de Amerikanen het ons vragen, maar omdat onze eigen veiligheid het vereist. En nee, een sterk leger is niet de enige voorwaarde om veilig te zijn, maar het blijft wel een belangrijke voorwaarde.
Europa moet binnen de NAVO aandringen op een beheerst gebruik van militaire macht, maar er zelf veel meer aan bijdragen. Een bondgenootschap blijft alleen bestaan als het in evenwicht is.