Pieter Waterdrinker denkt aan Russen die hij kent en vraagt zich af hoe het hen vergaat in deze oorlog.
Bij Russische aanvallen op Kyiv, Odesa of de Donbas zie ik onmiddellijk de gezichten voor me van mensen die ik daar heb gekend of nog steeds ken. Ik hoor hun stemmen. Ook als die slachtoffers uit Rusland komen.
Moeten we ons druk maken over gedode Russische kinderen? Onlangs vielen door een Russische raketaanval nabij de havenstad Sebastopol op de Krim drie doden en 125 gewonden. Twee kinderen waren meteen dood, vijf andere raakten levensgevaarlijk gewond. Ze zaten op een strandje, in de felle zon. Aan het koele water van de Zwarte Zee.
‘Dima, niet te ver het water in!’ Zo stel ik me het geschal voor van een moeder op het strand, net voor de aanval. Uit de keel van een andere moeder klinkt: ‘Natasja, kom eens hier! Mama moet je nog een keer goed insmeren!’ Dan: knal-boem. Geschreeuw. Bloed. Paniek. Dood en verderf. Net goed, hoor ik miljoenen stemmen in Oekraïne, elders in Europa, op de wereld mompelen. ‘Net goed. Dat verdienen die klote-Russen.’
Je moet wel een cynische smeerlap zijn, een egoïst, een Poetin-bewieroker, om zomervakantie te vieren op een subtropisch schiereiland dat is afgepakt van je buurland. Want dat is de Krim sinds het voorjaar van 2014: illegaal geannexeerd gebied. Dus net goed voor die Russen. Maar kunnen de kinderen er iets aan doen? Zijn ze in hun onschuld niet net als hun leeftijdgenootjes die in Kyiv, in Lviv, in Odesa, in al die andere Oekraïense steden slachtoffer zijn van de wereld der volwassenen? Dus ook van het gedrag en de keuzes van hun ouders?
Eindzege Krim in het verschiet
‘Een open deur. Bespaar me de clichés,’ hoor ik in gedachten miljoenen mompelen. ‘De Russen zijn begonnen!’
President Vladimir Poetin, inderdaad de grote criminele instigator hierin, reageerde woedend. Volgens hem waren er bij de aanval ATACMS-raketten gebruikt, oftewel door Washington aan Kyiv geleverde wapens. ‘Dergelijke acties zullen niet onbeantwoord blijven!’ fulmineerde hij vanuit het Kremlin.
Niks van aantrekken, was opnieuw de reactie van vele opiniemakers, waarnemers, geopolitieke denkers en strategen. We laten ons niet chanteren, we gaan door. Kyiv heeft de Russische Zwarte Zeevloot al voor een kwart vernietigd. De rest werd van de Krim weggeblazen, naar Russische havens elders aan de Zwarte Zee. Nog even doorzetten, dan volgt de rest van de Krim. Dan is de eindzege bijna daar.
Althans, dat is het verhaal dat nog steeds bij velen klinkt. In Kyiv zal de bloedige aanval op het strandje worden gezien als een militair succes. Ik haat voorspellen, en doe dat dan ook niet, maar voel wel dit: we staan aan de vooravond van hele barrages van aanvallen op de Krim. Het schiereiland is de spil van de oorlog.
Moet een mens zich nog wel iets aantrekken van een dodelijk aanvalletje op de Krim, met de gruwelbeelden voor ogen van het tot op de bodem weggevaagde Marioepol, het verwoeste Bachmoet en andere steden met al die tienduizenden Oekraïense doden en gewonden? Wellicht niet, maar ik doe het toch.
Tsaristisch leeslampje
Dat komt doordat ik de regio goed ken. Bij aanvallen op Kyiv, Odesa of ergens in de Donbas zie ik onmiddellijk de gezichten voor me van mensen die ik daar heb gekend of nog steeds ken. Ik hoor hun stemmen. Het meisje van de receptie in het Ramada Hotel in Donetsk waar ik ooit maandenlang heb geslapen, zou zij nog leven? Of is ze ontvoerd, verkracht, gedood?
En hoe zit het met de jongen (blond, blauwogig, begin twintig) met wie ik vorig jaar lange tijd sprak in de trein van Kyiv naar Lviv? Hij was vrijwilliger, op weg naar zijn kazerne, naar zijn eerste training. ‘Bang? Nee! Ik wil zoveel mogelijk Russen over de kling jagen! Pijn doen, doden!’ Zou hij nog leven? Ergens vechten in een loopgraaf? Of gewond zijn? Levenslang invalide? Of vermalen in de vleesmolen van Bachmoet?
Ik heb dit gevoel ook met de Krim. Het spitse gezicht van de vrouw in een antiquarisch winkeltje in Sebastopol waar ik ooit een tsaristisch leeslampje kocht, staat me nog glashelder voor de geest: ‘Is het voor uw vrouw in Petersburg? Daar komt mijn vader vandaan!’ Haar vader was Rus, haar moeder Oekraïens. Zelf was ze bij toeval op de Krim beland. Vanuit Moskou. Door de liefde. Het was zomer 2013, de blauw-gele Oekraïense vlag wapperde overal. Een jaar later was dat de Russische driekleur.
Naast mensen zie ik ook de steden voor me, de straten, de gebouwen, de landschappen. Zo is het centrum van Sebastopol, in de Tweede Wereldoorlog door Adolf Hitler verwoest, een heerlijke stad met opulente witte Stalin-gebouwen. Nu wordt de Krim geassocieerd met explosies, met nesten van bloeddorstige militairen, met dood en verderf.
Culturele genocide
Wanneer komt de dag dat de lavendelvelden op de Krim worden bezongen? De wijngaarden? De Botanische Tuinen rond het Livadia-paleis in Jalta? Even verderop is de datsja van Anton Tsjechov. De Rus wiens humane stem eeuwig zal opklinken van zijn bladzijden.
Zou de leren jas van de grote schrijver er nog steeds aan de kapstok hangen? En hoe is het met de weelderige tuin eromheen die hij ooit zelf aanplantte? Welke vlag zal op de Krim wapperen, als het eenmaal zover is? De Oekraïense of nog steeds de Russische?
Intussen gaat de culturele genocide van Rusland ook op de Krim door. Zo is op de overblijfselen van de Griekse stad Chersonesos, niet ver van Sebastopol, een archeologisch pretpark verrezen. Eerder was de plek al volgeplempt met gedenkstenen voor Vladimir de Heilige, omdat die hier in 988 het Kievse Rijk kerstende. Poetin ziet zich als de opvolger van dit orthodox-christelijke imperium. Niet van de Grieken, de Romeinen en de Byzantijnen die hier eerder waren.
Millennia aan geschiedenis zijn door die imperialistische grootsheidswaan letterlijk gesloopt. Soms lig ik daar wakker van. Zoals van al die dode kinderen. Steeds weer nieuwe. Oekraïense, maar ook Russische. Het houdt maar niet op.
GEÏNSPIREERD DOOR DEZE COLUMN VAN PIETER WATERDRINKER?
LEES HIER ALLES WAT PIETER WATERDRINKER EERDER SCHREEF OP EWMAGAZINE.NL