Tunesiëdeal is niet ideaal, maar voorlopig is er niet iets beters

Bootjes als deze zie je steeds minder bij Lampedusa. Beeld: Cecilia Fabiano/LaPresse via AP

Greep krijgen op illegale migratie is een pijnlijke operatie. Maar wat anders, vraagt Gertjan van Schoonhoven zich af.

De grens van Europa verschuift naar de overkant van de Middellandse Zee, naar de noordkant van het Afrikaanse continent. Hoe onherroepelijk die ontwikkeling is, moet nog blijken. Maar vooralsnog lijkt het erop dat de eerste stap in die richting – de zogeheten Tunesiëdeal – na een jaar zijn werk begint te doen. De aanwijzingen daarvoor nemen toe.

Ten eerste dalen, zoals EW’s EU-correspondent onlangs al meldde, de aantallen flink. In de eerste helft van dit jaar verminderde het aantal illegale migranten vanuit Afrika al met bijna eenderde, tot zo’n 94.000. Dat cijfer (het aantal ‘irreguliere grenspassages’, in het jargon) is het resultaat van uiteenlopende ontwikkelingen op de diverse mensensmokkelroutes naar Europa.

De Tunesiëdeal werkt onmiskenbaar. Wat betreft de populaire ‘centraal-mediterrane route’, die via dat land naar Italië loopt, was er in het eerste half jaar van 2024 een ruime halvering van de illegale migratie. Wel nam de migratie op sommige andere routes juist toe. Nieuwe deals zijn voorzien om daar iets aan te doen.

Berichtgeving in de media

De tweede aanwijzing dat de Tunesiëdeal vooralsnog werkt, is het type berichtgeving in de media. Toen Tunesië Brussel een jaar geleden beloofde – in ruil voor honderden miljoenen euro’s aan begrotingssteun en geld voor de kustwacht – de grensbewaking te verbeteren, heersten in de berichtgeving afkeuring en twijfel. Afkeuring wegens het feit dat de Europese Unie zakendeed met een president met dictatoriale trekjes, en twijfel of de deal überhaupt zou werken. Toen in de eerste weken na de deal de aantallen niet onmiddellijk kelderden maar stegen, was het sentiment meteen: zie je wel, werkt niet.

Nu, een jaar later, gaan de verhalen ineens over de ‘gitzwarte schaduwzijde’ van de Tunesiëdeal, zoals een krantenkop vorige week luidde. De klacht is niet meer dat de Tunesiëdeal ‘niet werkt’, maar dat die veel te goed werkt. Tienduizenden Afrikanen zien de kortste smokkelroute naar het Italiaanse eiland Lampedusa door toedoen van de Europese Unie afgesneden, en zitten muurvast in Tunesië, in zelfgebouwde kampen.

‘Massagraf’

Het zou al te cynisch zijn, om nu van de weeromstuit triomfantelijk te zeggen: zie je wel, werkt wél – leve de Tunesiëdeal. Huis en haard hebben verlaten, en dan halverwege stranden: dat gun je niemand. Greep krijgen op de illegale migratie naar Europa is een ­keiharde, pijnlijke business. Het zou zinloos zijn om dat te ontkennen of bagatelliseren. Grenzen sluiten mensen nu eenmaal in, maar ook uit. Tegelijk zijn bij die aandacht voor de ‘gitzwarte schaduwzijde’ van de Tunesiëdeal wel wat kanttekeningen te plaatsen.

Nu al lijkt vergeten dat het alternatief – met smokkelbootjes de Middellandse Zee oversteken – pas echt ‘gitzwart’ is. De term ‘massagraf’ voor de Middellandse Zee komt ergens vandaan. Alleen al de afgelopen tien jaar kwamen een kleine 30.000 migranten om tijdens hun oversteekpoging. Het lot van de in Tunesië gestrande Afrikanen mag hard zijn, ze leven nog.

Volgens critici van de Tunesiëdeal is er maar één echte oplossing: ‘veilige routes’ naar Europa. Maar hoe die er in de praktijk precies zouden moeten uitzien, is onduidelijk. Voor de asiel­status komen de Afrikanen vaak niet in aanmerking. Nu al voldoet de helft van alle irreguliere migranten die Europa bereiken en asiel aanvragen niet aan de criteria voor de asielstatus. ‘Veilige routes’ naar Europa maken dat probleem alleen maar groter.

Als (legale) arbeidsmigrant dan? Zelfs als dat gewenst zou zijn – en dus voortvloeit uit een reële economische behoefte in Europa – moet de migratiestroom naar Europa eerst onder controle komen. Dat begint met de ontmoediging om hiernaartoe te komen en korte metten maken met de (pas echt ‘gitzwarte’) lokroep van smokkelmigratie. Ideaal zijn deals als de Tunesiëdeal niet. Iets beters is er voorlopig evenmin.