Het vroegere straatschoffie uit Sint-Petersburg woont in paleizen en poept en plast op goud. Terwijl zijn leger in Oekraïne dood en verderf zaait, leven de zoontjes van tsaar Vladimir Poetin als prinsen.
Het is u misschien ontgaan, maar juist in de week waarin wereldwijd werd geschreven over de twee zoontjes van Vladimir Poetin – die in een eilandenrijk van paleizen, buitenhuizen, privévliegtuigen, dito jachten en helikopters het leven leiden van prinsjes – zakte een voorzitter van een kiescommissie in het district Rjazan letterlijk weg in de stront.
‘Halverwege de middag viel het straattoilet naar beneden, samen met een lid van de kiescommissie,’ berichtte iemand uit het gehucht Agro-Posty, vijftien minuten rijden van Rjazan, zo’n 200 kilometer ten zuidoosten van Moskou. ‘Inmiddels is alles opgehoogd en staat de wc los van de beerput.’
Volgens ooggetuigen was de gewraakte poepdoos speciaal neergezet naast een EHBO-bouwval, waar de dorpelingen voor de lokale verkiezingen hun stem konden uitbrengen. Natuurlijk een gefingeerde, van A tot Z geregisseerde stembusgang.
Enorme verschillen tussen arm en rijk in Rusland
Het is stilaan een cliché, maar hij of zij die het huidige Rusland wil begrijpen, althans daartoe een poging wil doen, kan zich nog altijd het beste storten op Nikolaj Gogols Dode Zielen. Nergens anders worden de achterlijkheid van de provincie, de modderwegen, de corruptie, de byzantijnse ambtenarij en de verschillen tussen arm en rijk zo meesterlijk surrealistisch opgeroepen als in die roman.
In Rusland hebben miljoenen mensen op het platteland thuis nog altijd geen warm stromend water. In de winter moeten ze bij Arctische vorst de sneeuw in, om zich te ontlasten op een houten poepdoos. In zo’n land zijn gouden wc’s niet meer dan een gogoliaanse aanklacht tegen de schepping.
In dit geval de schepping van Vladimir Poetin, van wie we al eerder ontdekten dat hij in zijn paleizen nabij Sotsji aan de Zwarte Zee en elders in Rusland juist dit doet: poepen en plassen op goud, terwijl zijn leger in Oekraïne dood en verderf zaait.
Zo leven de zoontjes van Poetin
Jarenlang woonde ik vlak bij de woonkazerne in Sint-Petersburg waar Poetin, een schoffie dat altijd buiten was, is opgegroeid tussen de kakkerlakken en de ratten. In de geschiedenis van de mensheid is er vermoedelijk geen groter verschil geweest in de wijze waarop een vader en zijn zonen opgroeiden als in het geval van de Poetins.
De jongens – Ivan (9) en Vladimir junior (5) – die Poetin na zijn de scheiding van zijn eerste vrouw Ljoedmila als tweede leg verwekte bij de dertig jaar jongere Russische ex-olympische turnster Alina Kabajeva, leven in een soort orwelliaanse hel van luxe. Geheel afgesloten van de buitenwereld. Permanent onder bewaking van de geheime dienst, in een kluwen goudweefsel van gouvernantes, privéleraren, privékoks, privéchauffeurs, privésportcoaches.
Andere kinderen om mee te spelen komen hoogst zelden. Hun ouders zien ze hooguit een uur per dag. Het personeel wordt door de speciale dienst die daarvoor is opgericht deels geworven in het buitenland, grondig medisch en anderszins gescreend, alvorens ze pas na strikt twee weken quarantaine Poetins paleizen mogen betreden.
Poetin is uitgegroeid tot een tsaar
Het vroegere straatschoffie is allang tsaar geworden. Maar de laatste tsaar in de Romanov-dynastie Nicolaas II mocht met zijn gezin dan ook hebben geleefd in bladgouden luxe, feitelijk was hun bestaan tamelijk simpel. Met simpele genoegens. De tsarevitsj werd ondanks zijn hemofilie samen met de tsarendochters Spartaans opgevoed. Ze moesten zich wassen met koud water, sliepen soms op houten planken.
Na drie eeuwen van deze met goud versierde ‘eenvoud’ van de adel, hebben de Russen nu te maken met de met goud versierde kitsch van een proleet. Van een op sociale wraak beluste parvenu. Poetin is volgens sommigen in zijn isolement van bijna een kwarteeuw aan de macht een paranoïde monster geworden. Zoals veel dictators.
De Poetinzoontjes hebben een iPad, ze spelen met lego en met hun hond, een sint-bernard. Ze hebben konijnen, twee pony’s. Natuurlijk een binnenzwembad. Maar de miniemste verplaatsing op het in de Valdai gelegen landgoed – halverwege Moskou en Sint-Petersburg – geschiedt per gepantserde auto. Zomaar wat buiten lopen is taboe. De paranoia van hun vader is ook de hunne geworden. Ze mogen alleen maar uit steeds dezelfde kroes drinken. Uit angst te worden vergiftigd.
Zoontjes dulden nu al geen commentaar
‘Hoera, eindelijk een zoon!’ zou Poetin hebben geroepen, toen in 2015 zijn eerste zoon werd geboren in een peperdure kliniek in het Zwitserse Lugano. Zijn tweede zoon kwam vier jaar later in Rusland ter wereld. Wat heeft Poetin toen gedacht? Wat denkt hij wellicht nog steeds? Dat hij opvolgers op de wereld zette voor een dynastie? De kinderen zelf kunnen er niets aan doen, maar zijn het geen monsters in wording?
In het verslag over het leven van de Poetinzoontjes van de in ongenade geraakte oligarch Michail Chodorkovski, die zich baseert op een mol, zijn daar wel de eerste aanwijzingen voor. De weelde aan paleizen, jachten en vliegtuigen schijnen de kinderen als hun privé-eigendom te beschouwen. Ze denken boven de wet te staan, terwijl het personeel er wel voor waakt kritiek op hen te geven, uit angst voor hun woede.
Het enige gezag die Poetins zonen wensen te aanvaarden is dat van hun vader. Soms speelt die met de oudste ijshockey, samen met de lijfwachten. Op de ijshockeybaan die de Kremlinleider standaard bij al zijn paleizen laat aanleggen. Terwijl de Poetins hun behoefte doen op goud, en miljoenen Russen nog altijd in een gat in de grond, zelfs voorzitters van kiescommissies die verkeren in een cocon van angst, drijft het land richting een gitzwarte horizon.
‘Hoera, een zoon!’ Hoeveel vaders en moeders moeten dat op een dag niet hebben uitgeroepen? In Rusland en in Oekraïne, bij de geboorte van hun jongen, die nu in een graf ligt, veroordeeld is tot een bestaan als invalide, of wiens lichaam nooit is gevonden? Nee, die dynastie komt er niet. Nooit.