Onlangs stierf een Russische bekende van Pieter Waterdrinker aan het front in Oekraïne. Maar kun je daar nog wel om treuren? Is dat wel ethisch? En moet je het juist vieren dat de allerarmste Russen nauwelijks meer rond kunnen komen?
Misschien ben ik een crimineel. Want ondanks de westerse sancties tegen Rusland, ondanks de voortgaande verschrikkingen in Oekraïne, blijf ik (ook) contacten onderhouden met Russen en Russinnen. Vooral met mijn vrienden in Rusland die niet het geld of de mogelijkheden hebben om naar het Westen te komen.
Ik bel ze, ik app ze, soms met beeld. ‘Ze zijn hier over de ineenstorting van het regime in Syrië en de vlucht van Assad naar Moskou echt pissed off,’ laat een vriend van me weten, in een versleuteld bericht via Telegram. Hij heeft nog kennissen die werken in de zogeheten Kremlinpool, het zeer selecte clubje journalisten dicht bij de macht. ‘Een volksopstand is Poetins ultieme nachtmerrie. Hij is niet achterlijk. Eigenlijk is dat de enige echte reden waarom hij de oorlog in Oekraïne begonnen is.’
De bloedige dictator logeerde eerder deze maand in het Four Seasons Hotel, het voormalige Hotel Moskwa, vlak naast het Rode Plein. ‘Dat Poetin de familie Assad asiel heeft verleend, is puur om zijn imago te redden. Er zou nu een villa voor hem worden vrijgemaakt in de bossen buiten Moskou, waar veel Russische oligarchen, Poetin zelf, maar ook de eerder gevluchte Oekraïense president Viktor Janoekovitsj hun buitenhuizen hebben.’
Poetin vindt Assad maar een loser
Volgens mijn vriend – voormalig journalist, nu huisleraar Engels – is Assad in de ogen van Poetin een loser. En zal hij proberen hem te laten betalen. Letterlijk. Een deel van Assads geschatte vermogen van tussen de 1 en 2 miljard euro zou al eerder naar banken in Rusland zijn overgemaakt. ‘De staatsmedia hier proberen het nu te spinnen dat Assad met zijn familie niet is gevlucht, maar vrijwillig is vertrokken na overleg met verzetsgroepen. Het is absurd.’
Maar met andere vrienden heb ik het zelden direct over de oorlog. Tegelijkertijd hebben we het in verhulde vorm over maar één ding: de oorlog en hoe daar hopelijk zo snel mogelijk een eind aan komt.
‘Oleg zwemt hier niet meer,’ zei een vriend vorige week tegen mij, met wie ik jarenlang in een sportclub in Sint-Petersburg zwom. ‘Hij is opgehouden met zwemmen. Hij is verdronken. Kutzooi.’ Het was een beeldgesprek. Je weet nooit wie er meekijkt en meeluistert. Aan de blik in zijn ogen zag ik wat hij bedoelde. Oleg is dood. Niet verdronken, maar gesneuveld. Kun je om een gesneuvelde Rus die je nog zó voor je ziet, die je hebt gekend, treuren? Is dat wel ethisch?
Inflatie treft vooral de allerarmsten
Sint-Petersburg, Ruslands tweede stad, is net als Moskou weer helemaal versierd. Voor de viering van het nieuwe jaar. De traditionele kerstboom voor de Hermitage op het Paleisplein staat alweer. Maar de vorst blijft uit. De sneeuw ook. ‘Als er een dik pak sneeuw ligt, ziet de wereld er altijd minder schuldig uit,’ zegt een vriendin. ‘Minder schuldig. Dat is iets anders dan onschuldig.’
De metro in de stad heeft nieuwe wagons. Er rijden ook nieuwe autobussen. Eindelijk met de mogelijkheid om je telefoon op te laden. ‘Ik red het niet meer, ik red het niet meer,’ appt een kennis, die vlak voor het begin van de invasie in Oekraïne een eigen bedrijfje begon. Hij fabriceert kantoormeubilair. ‘Weet je hoeveel rente ik betaal op mijn schulden? Bijna 34 procent.’ Zijn personeel loopt van hem weg. Naar lucratievere sectoren. De wapenindustrie.
De lage stand van de roebel, de inflatie, de absurd gestegen prijzen voor boter, aardappelen en andere levensmiddelen treffen vooral de allerarmsten. Maar moeten we daar wel om treuren? Of dat juist vieren? Want tegelijkertijd liggen er in de Russische schappen frambozen uit Zuid-Amerika. Als pars pro toto voor dit: wij mogen als Westen dan allerlei sancties tegen Rusland hebben ingesteld, de rest van de aardbol handelt er met Moskou nog altijd lustig op los.
De dood van een balletdanser
De meeste gesprekken verlopen omfloerst. Dat omfloerste ken ik nog uit de Sovjettijd. Het is weer helemaal terug. Dat gold ook toen vorige maand balletdanser Vladimir Sjkljarov op 39-jarige leeftijd overleed. Na een val van een balkon in Sint-Petersburg.
Sjkljarov, ster bij het Mariinskitheater, ontpopte zich direct na de invasie op 24 februari 2022 als een fel tegenstander van de oorlog. Even waren er geruchten dat het tragische ongeval moord betrof. De zwarte hand van de macht. De afgelopen jaren zijn immers zoveel Russen en Russinnen uit ramen en van balkons gevallen.
Maar zijn dood betrof een tragisch ongeval. Onder invloed van zware pijnstillers stapte hij van het balkon om een sigaret te roken, verloor zijn evenwicht en viel naar beneden. Hij liet twee kinderen achter. ‘Voor heel veel mensen staat hij nu symbool voor protest tegen de oorlog,’ zegt een vriendin die naar zijn begrafenis ging. ‘Net als Aleksej Navalny. Maar wat is dat voor een land, waar niet de levenden maar de doden onze hoop zijn voor de toekomst?’
Tijdens zijn carrière schitterde Sjkljarov in veel hoofdrollen van klassieke balletten. Onder meer in De notenkraker van Tsjaikovski. Op 18 december 1892 ging De notenkraker in het Mariinskitheater in Sint-Petersburg in première.
Het verhaal, waarin een notenkraker op Kerstavond tot leven komt, gaat terug tot een eeuwenoude traditie die ergens in het huidige Duitsland begon. Houtbewerkers in het Ertsgebergte en later elders toverden de eenvoudige hulpmiddelen om noten te kraken gaandeweg om tot weelderige kerstdecoraties. Inmiddels is het ballet niet alleen in Rusland maar ook elders op de aardbol verbonden met Kerst, met de feestmaand december.
Kaartje voor het theater: 400 euro
‘Het is absurd, het is verschrikkelijk en absurd,’ laat een vriendin uit Sint-Petersburg weten. ‘De kaartjes voor De notenkraker kosten nu al 45.000 roebel, dat is 400 euro. Wie kan dat betalen?’ Maar de vriendin, die eerder haar twee kinderen had beloofd hen dit jaar naar De notenkraker mee te nemen, weet het antwoord zelf ook al. Wie kunnen het betalen? De rijken.
Onder hen zijn de Russen die al rijk waren voor de oorlog. Maar daar kwam een hele nieuwe klasse bij van gezinnen van wie de vader, de zoon of de broer zogenaamd tegen de fascisten vecht in Oekraïne. Door hun soldij van een paar duizend euro per maand en allerlei premies hebben deze gezinnen plots meer geld dan ooit. ‘Terwijl zij in Oekraïne misdaden begaan, zitten hun vrouwen en kinderen te genieten van de muziek van Tsjaikovski.’ De vriendin, het zal u niet verbazen, zit reeds sinds het begin van de invasie bijna drie jaar geleden aan de antidepressiva.