De nieuwe gezichten in het kabinet-Trump delen de wens om de oorlog in Oekraïne snel te beëindigen. Maar niemand wil dat doen op basis van capitulatie, schrijft Marc De Vos.
Zal Donald Trump de geschiedenis ingaan als de redder van Oekraïne? Een hele campagne en verkiezing lang lijkt dat een potsierlijke hypothese. Trump verklaart dat hij de oorlog in Oekraïne binnen 24 uur zal beslechten. Geprojecteerd op de frontrealiteit, betekent dat een feitelijke Russische overwinning.
Waarom zou de Russische president Vladimir Poetin voor minder tekenen dan een groot stuk veroverd land, een gedemilitariseerd Oekraïne dat buiten de Europese Unie en de NAVO moet blijven, en dus een vazalstaat die bungelt tussen chaos en overheersing? Dat waren al de Russische eisen bij de gesprekken in Istanbul in 2022. Sindsdien is de Russische positie alleen maar versterkt.
En toch. Er zijn redenen om aan te nemen dat Trump geen eenzijdige Russische vrede zal aanvaarden.
Afghanistan in het achterhoofd
Wat in Oekraïne begon als een Europese oorlog, is intussen een mondiaal conflict. De Russische oorlogsmachine draait in openlijke alliantie met Noord-Koreaanse soldaten en munitie, Iraanse wapens en Chinese fondsen en technologie. De uitkomst in Oekraïne kan een domino-effect hebben op andere conflicthaarden, denk aan Taiwan, de Balkan en het Midden-Oosten. Ook strategische Amerikaanse belangen staan hier op het spel. Trump zal niet willen dat de Verenigde Staten door Oekraïne afgaan zoals onder Biden in Afghanistan.
Dan is er de regering die Trump op de been wil brengen. Marco Rubio, toekomstig minister van Buitenlandse Zaken, heeft verklaard dat hij een vrede wil die Oekraïne soevereiniteit en veiligheid biedt. Mike Waltz, de komende nationale veiligheidsadviseur, wil Oekraïne in het Westen houden. Keith Kellog, kersvers Oekraïne-gezant, heeft voorgesteld Oekraïne meer wapens te leveren als Rusland niet wil onderhandelen. Die nieuwe gezichten delen met Trump de wens om de oorlog snel te beëindigen, maar niemand wil dat op basis van capitulatie en vernedering die Rusland feitelijke hegemonie geeft.
Wat is er nodig voor vrede in Oekraïne?
Daarmee komt de waarschijnlijke nieuwe positie van de Verenigde Saten wonderbaarlijk dicht te staan bij de nieuwe positie van Oekraïne zelf. Ook president Volodymyr Zelensky verklaarde onlangs dat Oekraïne bereid kan zijn tijdelijk grondgebied op te geven, in ruil voor westerse garanties over de veiligheid en autonomie voor het vrije Oekraïne. Dat noemt hij ‘vrede door sterkte’, een motto dat hij herhaalde na zijn onverwachte ontmoeting met Trump en de Franse president Emmanuel Macron in de marge van de heropening van de Notre-Dame in Parijs.
Als zowel Trump als Zelensky staan voor een sterke vrede, rijst alleen de vraag wat daarvoor nodig is. Waarom zou een meedogenloze Poetin concessies willen doen aan de onderhandelingstafel, als hij zonder onderhandelen toch wint op het slagveld?
Om een ‘vrede door sterkte’ realistisch te maken, zal de militaire en economische druk op het Poetinregime moeten toenemen. Het conflict pacificeren, vergt eerst escaleren. Dat brengt ons bij Europa.
Als wij met meer geld over de brug komen, kunnen we Donald Trump een fantastische deal voorstellen. Trump wordt dan de historische vredesstichter en de anti-Biden die de Amerikaanse belangen redt van een buitenlands conflict, terwijl wij in Europa daarvoor de rekening betalen. Trump triomfeert, omdat wij eindelijk voor onze defensie niet langer profiteren van, maar betalen aan de Verenigde Staten. En hij toont zich sterker dan Poetin – geen detail, gezien de oude geruchten van Russische inmenging en de vernedering door de Russische regimepers, die de herverkiezing van Trump zowaar met naaktfoto’s van Melania Trump wist te verslaan.
We weten niet hoe het ongeleide ego-projectiel genaamd Trump uiteindelijk zal beslissen. Ik durf niets te voorspellen. Mijn punt is dit: er is een gemene deler tussen de belangen van Oekraïne en Europa enerzijds, de belangen van de Verenigde Staten en het ego van Trump anderzijds. Die gemene deler ligt meer voor de hand dan we dachten. Laten we ervoor gaan.
Dit artikel verscheen eerder in het Belgische magazine Knack