Waarom Silicon Valley de wereld niet écht verbetert

Het Google-hoofdkantoor (Googleplex) in Mountain View, Californië. Symbool van de digitale revolutie, met fietsen op de voorgrond. (Foto: Getty)

De techsector is meer bezig de wereld te veranderen dan die te verbeteren, vindt Simon van der Jagt, zelf techondernemer. Want welke echt nuttige innovatie heeft Silicon Valley ons nou eigenlijk gebracht?

Het is inmiddels een gevleugelde uitspraak van Peter Thiel, mede-oprichter van PayPal en investeerder in Facebook en OpenAI. ‘We wanted flying cars, instead we got 140 characters’ – ‘We wilden vliegende auto’s, maar we kregen 140 tekens.’ Het is zijn kritiek op de innovatie van de afgelopen decennia. 

We geven elk jaar meer uit aan onderzoek, innovatie en financiering van start-ups, maar dat bracht voornamelijk vooruitgang op het gebied van digitale technologie. Nieuwe websites met sociale netwerken, streamingdiensten, allerlei soorten apps en dus ook Twitter- dan wel X-berichten van 140 tekens lang.

Wat Peter Thiel zich afvraagt, is: waar blijven de vliegende auto’s die we ons een halve eeuw geleden hadden voorgesteld? Waar is de innovatie in de fysieke wereld? 

ChatGPT zei:

Waarom technologie onze hoop niet waarmaakt

Thiel is terecht kritisch, maar eigenlijk niet kritisch genoeg. We wilden namelijk ook geen vliegende auto’s. Niet echt. De vliegende auto is een tot de verbeelding sprekende sciencefictiondroom, maar niet het antwoord dat je had gekregen als je Jan Modaal in 1980 had gevraagd wat hij hoopte dat technologische doorbraken zouden brengen voor de toekomst. 

Waarschijnlijk hoorde je dan de hoop op een geneesmiddel voor kanker, ALS of parkinson. Een gezondere en veiligere leefomgeving. Een overvloed aan volledig duurzame energie en een toename in biodiversiteit.

Hoe kan het dat we hierin slechts beperkte vooruitgang hebben geboekt, ondanks de gigantische groei die de techsector heeft doorgemaakt de afgelopen decennia?

Techbedrijven volgen hun eigen visie

Het simpele antwoord is dat de techsector zich voor het overgrote deel niet heeft beziggehouden met het oplossen van dit soort problemen. Dat is geen toeval, maar onderdeel van de cultuur in de sector. Er is namelijk maar weinig interesse in wat Jan Modaal zou willen. 

Autofabrikant Henry Ford wordt het citaat toegeschreven dat inmiddels een mantra is in de techwereld:‘If I had asked people what they wanted, they would have said faster horses.’ ‘Als ik mensen had gevraagd wat ze wilden, zouden ze hebben gezegd: snellere paarden.’

Hierin zit een kern van waarheid. We hebben visionairs nodig – zoals Henry Ford – die oplossingen zien die niemand anders ziet. Tegelijk is oplossingen bedenken natuurlijk ook niet de rol van de maatschappij. Dat moet de ondernemer doen. De maatschappij heeft een probleem en de ondernemer zoekt een vernieuwende oplossing. 

Silicon Valley: disruptie is niet altijd vooruitgang

Maatschappelijk waardevolle innovatie begint dus bij het identificeren van een probleem. Als je doel is de wereld te verbeteren, moet je allereerst goed luisteren en observeren om het probleem te doorgronden.

Zo zag Philips begin deze eeuw dat verlichting twee grote nadelen had: de lampjes slurpten stroom en de levensduur was kort. Dit probleem dwong tot een zoektocht naar een oplossing.

Na jaren van onderzoek vond het bedrijf de oplossing in led-verlichting. Die is tien tot twintig keer zuiniger en heeft een vijftig maal langere levensduur. Een concrete, technologisch vernieuwende oplossing voor een helder probleem.

Verandering boven verbetering

Het gebrek aan belangstelling voor de grootste wensen van Jan Modaal zorgde ervoor dat de techgemeenschap drukker is geweest met proberen de wereld te veranderen dan deze te verbeteren.

Tech poogde vooral disruptive te zijn. Dat is een parapluterm, overgewaaid uit het Amerikaanse Silicon Valley, voor innovaties die de wereld radicaal hopen te veranderen met nieuwe producten en diensten. Dit in plaats van innovatie die problemen daadwerkelijk uit de wereld helpt.

Want welke problemen lossen een virtual-reality-bril of een opvouwbare smartphone tenslotte precies voor ons op?

Silicon Valley: echte innovatie verlicht

Apple-topman Steve Jobs inspireerde een generatie van technologie-ondernemers met zijn leuze: ‘We’re here to make a dent in the universe.’  ‘We zijn hier om een deuk in het universum te slaan.’ Aanstekelijk in zijn enthousiasme en wilskracht om iets bijzonders neer te zetten.

Alleen hebben we geen innovaties nodig die een deuk maken in het ‘universum’, maar eerder vernieuwingen die een nare scherpe rand verwijderen. Die een probleem echt oplossen. 

We kijken in Nederland vaak watertandend naar de succesverhalen uit Amerika. Maar als je meer geeft om verbeteren dan om louter veranderen, dan heeft Nederland veel potentie.

Nederlandse innovatie die écht verschil maakt

Neem bijvoorbeeld The Ocean Cleanup van oprichter Boyan Slat, dat als doel heeft de gigantische hoeveelheden plastic uit de oceanen te verwijderen. Slat was in 2017 EW’s Nederlander van het Jaar.

The Ocean Cleanup ontwikkelde drijvende barrières die door middel van oceaan- of rivierstroming plastic kunnen opvangen. Als Boyan slaagt, zal de toekomst net iets beter worden. 

Zelf richtte ik in 2016 de start-up Nowi op, die chips ontwikkelt om batterijen overbodig te maken in kleine apparaten zoals tv-afstandsbedieningen en rookmelders. De chips die Nowi ontwikkelt, maken het mogelijk om licht, beweging of radiogolven te gebruiken als energiebron om deze producten te laten werken. 

Eind 2022 werd Nowi overgenomen door Nexperia, een voormalig onderdeel van NXP en een van ’s werelds grootste chipproducenten. Het doel van de overname: wereldwijd opschalen en de 78 miljoen batterijen die elke dag bij het grofvuil belanden, drastisch verminderen. 

Wat deze twee voorbeelden gemeen hebben, is dat ze innovatie gebruiken om iets te elimineren.

Echte vooruitgang begint bij probleemoplossing

Wil je een betere toekomst creëren, dan vergroot het wegnemen van een probleem de kans daarop. We kunnen bedenken hoe de wereld zal zijn zonder dat probleem. Dit is een stuk lastiger te zeggen als je een compleet nieuw product los laat in de wereld.

Zo hadden we geen idee hoe sociale media ons nieuwslandschap zouden transformeren, of welke impact ze zouden hebben op het zelfbeeld van tieners. Er is niet inherent iets mis met nieuwe producten, maar ze zijn niet de meest effectieve route naar een betere toekomst.

We weten dat het uit de oceaan halen van plastic geen negatieve gevolgen heeft. Dat minder CO2 uitstoten niet nadelig is, dat auto-ongelukken tragisch zijn. 

Daardoor kunnen we er relatief zeker van zijn dat het elimineren van plastic in de oceaan, van CO2-uitstoot of van auto-ongelukken, niet direct nieuwe, grotere problemen creëert. Dat het netto resultaat echt positief is. Dat er een nieuwe balans mogelijk is die fundamenteel beter is. 

Dat vraagt om een holistische blik op de wereld. Innovatie is uiteindelijk onderdeel van de echte wereld. Een complex systeem vol actie en reactie. Alles bij elkaar vergt dit een ander model voor innovatie dan het disruptieve ‘Silicon Valley-model’ dat we in Nederland vaak hopen te kopiëren.

Innovatie met balans: homeovatie

Vanuit dit perspectief is er enorm veel mogelijk. Zo zou de opkomst van zelfrijdende auto’s voor minder verkeersongevallen kunnen gaan zorgen. Medische innovaties die mikken op genezing zorgen ook voor verbetering, evenals start-ups die proberen een productieproces efficiënter te maken.

We kunnen een voorbeeld nemen aan water. Een waterdruppel krijgt zijn perfecte aerodynamische vorm doordat alles wat te veel weerstand ondervindt, door lucht wordt weggeduwd.

Wanneer de verandering te plotseling is, valt de druppel uit elkaar. Deze benadering kan een model zijn voor innovatie. Innovatie moet problemen elimineren en proberen niet meer dan nodig toe te voegen. Het zou juíst niet disruptive moeten zijn, maar proberen het geheel beter te maken terwijl het de balans bewaakt. 

Homeostase, het proces waarbij een levend organisme zijn interne omgeving in balans houdt, is wenselijk in een wereld waar ook erg veel wél goed gaat. Ik pleit daarom voor ‘homeovatie’, de samentrekking van homeostase en innovatie. Een aanpak gericht op verbeteringen die problemen elimineren en tegelijk het goede behouden. Progressie vanuit een conservatief perspectief.

Een innovatiecultuur met impact

Er zijn voorbeelden van homeovatie, maar ze zijn nog schaars. Treffend is dat de overlevingskansen bij allerlei ziektes de afgelopen decennia wel degelijk zijn verbeterd. Daaraan ligt innovatief probleemoplossend werk ten grondslag. Toch is iets als een betere behandeling van kanker niet het eerste waaraan je denkt bij het woord ‘innovatie’. In veel gevallen is innovatie vooral ‘nieuwe gadgets’ gaan betekenen. 

Ons beste technische talent werkt als gevolg hiervan niet aan de belangrijkste problemen, en er gaat te veel geld naar innovatie die iets nieuws toevoegt, in plaats van een probleem weg te nemen.

Vanuit een homeovatie-model hadden we nog veel meer vooruitgang kunnen boeken dan we hebben gedaan. Nederland kan dit, mits het ons lukt een eigen innovatiecultuur te creëren en we ons niet laten afleiden door flitsende verhalen uit Amerika.

Van pessimisme naar echte vooruitgang

Het onvermogen van de techgemeenschap om problemen op te lossen, komt ten dele voort uit de visie op wat innovatie is. Maar die visie wordt uiteindelijk ook gevormd door een breder sentiment in de maatschappij. Het begin van een eigen innovatiecultuur ligt dan ook daar.

Terug naar Jan Modaal. Als we hem niet vragen wat hij hoopt, maar wat hij verwacht voor 2050. Wat voor antwoorden krijgen we dan? Het onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek over hoe Nederlanders naar de toekomst kijken, geeft een idee.

Terwijl in 2018 38 procent van de respondenten het idee had dat het de verkeerde kant op ging, was dat in 2021 gestegen naar 57 procent; 39 procent van de ondervraagden zei zelfs geen hoop meer te hebben voor de toekomst. Grappige filmpjes op TikTok of een nieuwe vr-bril zijn dan begrijpelijkerwijs een welkome afleiding. 

In de samenleving lijkt de overtuiging te zijn geslopen dat het niet beter kan, maar dat alles juist minder wordt. Dat innovatie geen problemen meer kan oplossen en in veel opzichten juist de bron van onze problemen is. Enigszins begrijpelijk, maar kijkend naar de afgelopen eeuw is dat pessimisme uiteindelijk misplaatst. 

ChatGPT zei:

Vooruitgang heeft geen plafond

Homo sapiens – dat zoogdier – ontwikkelde technologie waarmee de mens in 1903 voor het eerst in staat was te vliegen. Slechts 58 jaar later bouwde de mens ruimteschepen waarmee we de ruimte in vlogen.

Als je een ongeluk hebt gehad, kan er nu een machine naar je toe vliegen die je in enkele minuten transporteert naar een gebouw vol waanzinnige hightech-zorg. We leven in een wereld die een eeuw geleden ondenkbaar was. 

Er zijn grote problemen, maar er is ook gigantisch veel ontwikkeld. Niet alles was even nuttig, maar dat er onvoorstelbaar veel mogelijk is, hebben de ontwikkelingen van de afgelopen eeuw wel duidelijk gemaakt.

Desondanks hebben we als maatschappij de overtuiging gekregen dat een CO2-neutrale wereld misschien gewoon niet haalbaar is. Een schoon milieu geldt als niet echt realistisch, en nare ziektes horen er nu eenmaal bij. 

Na eeuwen van vooruitgang zouden we nu vrij plotseling het plafond hebben bereikt. 

Dit is een misvatting. Onze innovatiekracht heeft haar potentie niet verloren, ze wordt alleen te weinig gericht gebruikt. 

Tijd voor een inspirerende toekomstvisie

Het is niet gek dat dit negatieve beeld gemeengoed is geworden, want het is alles wat we zien en horen. Stap één is dan ook een positiever beeld van de toekomst. Een dystopie motiveert niet, maar leidt tot verslagenheid. 

Hier ligt een taak voor de culturele sector. Onze fictie was de afgelopen decennia enorm dys­topisch. Van Blade Runner tot Interstellar: nagenoeg elke blockbuster-film liet een verschrikkelijke toekomst zien. Opiniemakers echoën ditzelfde sentiment en benadrukken dat het geen fictie is. Nagenoeg onvermijdelijk gaan we ook echt die kant op. 

Wat we nodig hebben, is een toekomstbeeld waar we enthousiast naartoe willen werken met z’n allen. Dat betekent niet ontkennen dat er problemen zijn, maar proberen ons voor te stellen hoe een wereld zou zijn waar het lukt ze op te lossen. Daar hebben we ook onze schrijvers, filmmakers en kunstenaars voor nodig. Help ons dromen in plaats van ons nachtmerries voor te schotelen. 

Meer dan gadgets: echte problemen aanpakken

Het werk van de Nederlander Daan Roosegaarde, dat op kunstzinnige wijze laat zien hoe technologie een positieve bijdrage kan leveren, is een lichtpunt waarvan we er meer nodig hebben.

De Amerikaanse romantische sciencefictionfilm Her uit 2013 schetst een beeld van de toekomst dat tot de verbeelding spreekt. 

Zonder een optimistische stip op de horizon is het moeilijk te navigeren naar een betere toekomst.

De visie en de wens hebben is één ding. Daarnaast is het oplossen van echte problemen ook simpelweg moeilijk. Homeovatie is lastiger dan een gadget maken.

Moeilijk in de context van technologie betekent meerjarig en dus duur. Als je de vraag stelt waarom een bepaald probleem er is en op het antwoord doorvraagt met nog twee of drie waarom-vragen, kom je doorgaans op een technologische uitdaging uit.

Deep tech vraagt om geduld en steun

Het gaat dan om zogeheten deep tech; technologie die fundamenteel is en waarvoor onderzoek nodig is om stappen te maken. Daarom is het voor investeerders minder aantrekkelijk. Hier ligt een ondankbare rol voor de overheid. Er is vaak jaren van fundamenteel onderzoek nodig eer de techniek ver genoeg is voor een ondernemer om het over te nemen. 

Hightechbedrijf ASML had niet bestaan zonder de overheid. In 1984 was het vooral een dure hobby die nog niets opleverde. 

Het Nationaal Groeifonds staat op losse schroeven, maar was een geweldig initiatief. Het verbond academisch onderzoek met start-ups en corporates, via langdurige (deel)financiering.

Het is niet sexy en geeft pas na een decennium resultaten, maar uiteindelijk zijn zulke programma’s cruciaal. Wanneer de techniek rijp is voor commercialisatie, is er wél interesse van reguliere investeerders. De overheid moet helpen om innovatie op dat punt te krijgen.

Silicon Valley: van verandering naar echte verbetering

Ik ben geen tegenstander van opvouwbare telefoons en slimme brillen, ook dat is innovatie. Maar er is méér. En we mogen als maatschappij verwachten dat ondernemers de lat hoger leggen. De wereld alleen proberen te veranderen, is een te simpel doel. We moeten de wereld verbeteren.

Als we de komende decennia meer inzetten op homeovatie in plaats van disruptive innovation, dan krijgt Jan Modaal misschien wel de toekomst waar hij al zo lang op hoopt. Hiervoor hebben we iedereen nodig. De culturele sector, de overheid, de maatschappij en uiteindelijk de ondernemers zelf. 

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.