Eén op de drie Nederlanders wil loonsverlaging accepteren

Eén op de drie Nederlanders zou genoegen nemen met een lager loon, als dat betekent dat hij daardoor zijn baan kan behouden, of een inhoudelijk leukere functie kan krijgen. De werknemer wil 3 procent van het nettoloon, bijna honderd euro bruto in de maand, afstaan.

Dat blijkt uit het Nationaal Salaris Onderzoek van de carrièresite Intermediair en Nyenrode Business Universiteit.

Loonoffer

Het verzoek aan een werknemer om zijn salaris te verlagen komt steeds vaker voor in sectoren die het moeilijk hebben door de economische crisis. In de ICT, bouw, bij advieskantoren, transport en de zorg komen vragen om loon in te leveren het meeste voor.

Ongeveer 4 procent van de ondernemingen vroeg hun personeel dit jaar een salarisverlaging te accepteren, één op de zeven bedrijven overweegt het. Dit laatste blijkt uit een onderzoek van adviesbureau Berenschot en salarisverwerker ADP.

Stereotype

Werknemers met een universitaire opleiding zijn vaker bereid om een deel van het salaris in te leveren (4,1 procent), dan medewerkers met een MBO-diploma (2,3 procent).

Mannen willen meer salaris opgeven dan vrouwen. Daarnaast kloppen de stereotypes van mannen die salaris willen inleveren in ruil voor een betere leaseauto en vrouwen hetzelfde doen voor meer vrije tijd. Andere redenen voor een salarisverlaging zijn interessantere banen en meer pensioen.

De discussie over het inleveren van loon in ruil voor baanzekerheid kwam eerder aan de orde toen ICT-bedrijf Capgemini ongeveer driehonderd voornamelijk oudere werknemers vroeg om 20 tot 30 procent van het salaris in te leveren of een lagere functie te nemen. Sommige werknemers gingen hierop in.