‘Vrouwen moeten 77 dagen langer werken voor loon mannen’

Vandaag markeert in België de dag tot wanneer vrouwen hadden moeten doorwerken om in 2013 net zoveel te verdienen als mannen tot 31 december van dat jaar betaald kregen. Onze zuiderburen bombardeerden de dag daarom tot ‘Equal Pay Day’ (EPD).

De publiekscampagne bestaat tien jaar en is een initiatief van een vrouwenorganisatie en vakbond ABVV. Wordt de inkomenskloof groter, dan valt de dag later in het jaar. In het geval van gelijkwaardige lonen valt EPD op 1 januari.

Mannen verdienen ook bij onze zuiderburen nog altijd fors meer dan vrouwen op gelijkwaardige posities. De eerste EPD op 31 maart 2005 gaf een verschil van 25 procent aan. Afgelopen jaar was dit teruggelopen naar 21 procent. Volgens de organisatie komt dit neer op een verlenging van het werkjaar met 77 dagen.

Hardnekkig

Inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen zijn een hardnekkig wereldwijd fenomeen. In Zweden werd een actie met hetzelfde principe gelanceerd, waarbij werd gesteld dat vrouwen dagelijks vanaf 15:51 gratis werken zodra je hun loon omrekent naar een gelijkwaardig uurloon. Ook daar eisen vrouwenactivisten een gelijk loon.

Het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic meldde zelfs dat mannelijke babysitters gemiddeld meer verdienen dan vrouwen, terwijl minder dan 3 procent van de babysitters man is.

De Europese Commissie ontwikkelde een Salary Calculator om makkelijker lonen tussen mannen en vrouwen te kunnen vergelijken.

Nederland

Het CBS meldde eerder deze maand dat de Nederlandse inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen kleiner worden. Vrouwen tussen de 20 en 25 ontvangen meer salaris dan mannen. Gemiddeld verdienden mannen op uurbasis in 2012 nog altijd zo’n 18 procent meer. In 2008 was dit nog 20 procent.

In de nieuwste Women in Work index van adviesbureau PricewaterhouseCoopers gaat Nederland vooruit van de zeventiende plek naar plaats twaalf. Deze ranglijst geeft een beeld van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de werkvloer, gebaseerd op beloningsverschillen, arbeidsparticipatie van vrouwen, werkloosheid onder vrouwen en het aandeel van vrouwen bij voltijdsbanen. De Scandinavische landen domineren nog altijd de top vijf.