Het is even wennen. De band die in 2004 met zijn debuut Funeral al snel uitgroeide tot een stadion-act lijkt op zijn vijfde cd een beetje van het pad geraakt. De eerste cd’s waren warmbloedige en opgewonden rockalbums, op de vorige cd Reflektor werd dat hartstochtelijke gevoel voorzichtig gemengd met elektronica en Haïtiaanse ritmes.
Dit artikel krijgt u van ons cadeau. Wilt u meer premium artikelen lezen? Bekijk hier ons aanbod en lees elke week meer dan 70 nieuwe premium artikelen via onze site én app.
Op Everything Now lijkt het alsof er voor elk nummer willekeurig een kwartje in de jukebox is gegooid. Na een kort zwaarmoedig intro – ‘I’m in the black again. Can’t make it back again’ – barst het titelnummer los met een onweerstaanbaar Abba-pianootje. Je kunt niet anders dan vrolijk meedeinen en lachen om de panfluit die halverwege ineens het ritme overpakt.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Signs of Life klinkt alsof het gestolen is van de Talking Heads – ‘Love is hard, sex is easy’ – maar dan met een discobeat. Bij de stuiterende electro van Creature Comfort moet je naar adem happen om in de twee volgende nummers Peter Pan en Chemistry terecht te komen bij reggae en ska met een glamrockrandje.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Catchy en dansbaar
Nu is het niet nieuw dat een band zoveel mogelijk invloeden mixt om hip te willen klinken, maar dit lijkt een statement. Nooit eerder klonk deze band zo catchy en dansbaar, maar de teksten zijn somber en cynisch over de huidige tijd. Alles kan, gewoon omdat het kan, maar wat heb je eraan? Oneindig consumeren en tegelijk ongelukkig zijn. ‘God, make me famous. If you can’t just make it painless’ zingt Win Butler in Creature Comfort over een poging tot zelfmoord. De vervolgzin ‘She filled up the bathtub and put on our first record’ maakt de schaduwkant van deze vrolijke muziek pijnlijk duidelijk.
Soms lijkt het een flauwe grap, zoals in Infinite Content. Dat begint als een gejaagd punknummer – ‘Infinite content, we’re infinitely content’ – om na anderhalve minuut als Infinite_Content nog eens hetzelfde te doen maar dan in een saaie country-versie. Als alles kan, maakt het ook niet meer uit wat je doet. Of is het een hint naar de negatieve recensie over de eigen cd die de band op de fakewebsite stereoyum.com plaatste? Dubbelzinnigheid als partypooper.
Opwindende climax
Het feest raast intussen uitzinnig verder met Electric Blue, waarin Régine Chassagne als een hysterische kabouter op een Daft Punk-beat over een verloren liefde zingt. Met de drie laatste nummers lijkt het toch nog een serieuze nacht te worden. Good God Damn is een gevoelige Clash-achtige ballade over een poging tot zelfmoord, bijna een doorklik-link naar de vrouw uit Creature Comfort.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
In het wederom Abba-achtige Put Your Money On Me zingt Win Butler zijn vrouw Régine toe dat hij haar nooit zal laten gaan – ‘Tuck me into bed and wake me when I’m dead’ – en samen voeren ze het naar een opwindende climax. We Don’t Deserve Love zorgt voor een emotionele finale en brengt de luisteraar ondanks een zeurende synthesizer weer even terug naar het debuut uit 2004. Als daarna een orkestrale versie van de begintune opklinkt, kun je maar één ding doen: op de repeat, en de rit nogmaals maken, ‘We can just pretend we’ll make it home again, from Everything Now.’
Arcade Fire – Everything Now (Sony) € 16,99
★★★★☆