Zondag 27 mei is voor de vijfde keer de Illustratie Biënnale in de Toneelschuur in Haarlem. Ter gelegenheid hiervan maakten twaalf Nederlandse illustratoren een platenhoes bij hun favoriete album of muziekstuk.
Platenhoezen zijn in het verleden niet altijd voorzien van illustraties of foto’s. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw waren alleen 78-toerenplaten te koop die werden verpakt in een standaardhoes van de betreffende platenmaatschappij.
In 1948 bracht Columbia Records de lp op de markt. Een plaat van een groter formaat op 33 toeren met ruimte voor meer muziek en voor tekenaars om op een royale hoes illustratief de muziek aan te prijzen.
Grafische hoogstandjes gaven klassieke muziek grandeur
Alex Steinweiss maakte in de jaren vijftig grafische hoogstandjes die klassieke muziek grandeur en een moderne uitstraling gaven. Maar het meest in het oog sprongen de hoezen voor jazz-muziek. De illustraties weerspiegelden het vooruitstrevende en soms wilde karakter van de muziek. Vooral de hoezen van Jim Flora vielen op door hun autonome karakter.
Flora was illustrator en art director bij Columbia Records, maar hij illustreerde ook kinderboeken en werkte als vrij kunstenaar. Zijn speelse en wervelende illustraties sloten wonderwel aan bij de vernieuwende jazz-muziek.
Eind jaren vijftig was het uit met de pret. Jazz-platen werden steeds meer met foto’s op de hoes aan de man gebracht. Menig tekenaar zag zijn broodwinning in gevaar komen. Hun werk werd vergeleken met de moderne zwart-witfotografie en ineens als ouderwets afgedaan.
De waardering voor geïllustreerde platenhoezen keerde pas eind jaren negentig terug doordat de toen populaire muziek teruggreep op loungemuziek uit de jaren vijftig. Een tekenaar als Shag maakte goede sier met zijn herinterpretatie van het werk van Jim Flora.
Alternatieve muziek won aan populariteit
Een opleving van illustraties op lp-hoezen ontstond al eerder doordat alternatieve muziek langzaam aan populariteit won.
Toen Storm Thorgerson van het Londense ontwerpbureau Hipgnosis in 1973 de hoes voor Dark Side of the Moon voor Pink Floyd ontwierp, vroeg zanger/bassist Roger Waters hem om hiervoor eens geen foto te gebruiken. De ontwerper baseerde na enige tegenwerpingen zijn ontwerp op de lichtshows van de band. Het werd een iconische hoes én een onwaarschijnlijk verkoopsucces.
Tegelijkertijd maakte Roger Dean voor de progrockband Yes hoezen die niet alleen mooi waren, maar ook perfect aansloten bij het alternatieve levensgevoel van die tijd. Halverwege de jaren zestig was de uitklaphoes in zwang gekomen en Dean maakte daarvan dankbaar gebruik.
Die alternatieve mentaliteit hield aan met de opkomst van punkmuziek in tweede helft van de jaren zeventig. Bands namen steeds vaker zelf verantwoordelijkheid voor de platenhoes. Voor hun debuut Unknown Pleasures gebruikte Joy Division een computergegenereerd beeld uit de Cambridge Encyclopaedia of Astronomy dat zonder bandnaam of titel op de hoes werd geplaatst.
Getekende portretten waren spannender
Vaak wil een platenmaatschappij een portret van een populaire artiest op de hoes. Een getekend portret is dan vaak net wat spannender dan een ‘echte’ foto. Klaus Voormann maakte voor Revolver van The Beatles een collage waarvoor hij portretten van ‘The Fab Four’ tekende, maar ook een aantal foto’s in verwerkte.
Piet Schreuders zocht vorig jaar voor zijn tijdschrift Furore uit waar al die portretten van The Beatles vandaan kwamen. Voor Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band maakte kunstenaar Peter Blake een collage van 61 portretten waarvoor de vier Beatles poseerden. Jaren later schilderde hij een subtiel portret van Paul Weller voor Stanley Road, waarbij we in de collage eromheen een streng kijkende John Lennon herkennen.
Er zitten soms veel weetjes verstopt in platenhoezen. Voor Around the World in a Day liet Prince een schilder alle nummers van de plaat verbeelden. Toen dat iets te lang duurde, huurde hij iemand anders in die de klus wel snel klaarde. En wie goed kijkt naar de hoes van Ghost in the Machine van The Police herkent met enige moeite de drie portretten van de bandleden.
David Bowie wilde per se de Belgische tekenaar Guy Peellaert voor de hoes van Diamond Dogs toen hij hoorde dat The Rolling Stones hem ook hadden gevraagd voor It’s Only Rock ’n Roll.
Maar je kunt je ook niets aantrekken van populaire tekenaars en het zelf doen. Toen Bob Dylan een coverplaat opnam, schilderde hij naar eigen zeggen in een kwartier zijn zelfportret en besloot de plaat toen ook maar Selfportrait te noemen.
Handig als een van de bandleden creatief is
Om potentiële kopers te verleiden, is het handig als een van de bandleden creatief is. De krachtige grafische hoes voor Drums and Wires van XTC is gemaakt door bandleider en voormalig kunstacademie-student Andy Partridge.
Zo’n verband is er ook bij de Amerikaanse band The Decemberists. Zanger Colin Meloy is getrouwd met illustratrice Carson Ellis, die alle hoezen voor de band maakt en soepel meebeweegt met de stijlveranderingen per plaat.
Of je engageert je met een kunstenaar. The Velvet Underground was de huisband in The Factory van Andy Warhol. Die maakte weer de hoes voor hun debuut. Robert Crumb heeft zijn hele leven met dezelfde passie vinyl verzameld als getekend. Ook speelde hij zelf in bandjes, waarvoor hij dan meteen maar de platenhoes tekende.
Dat de Illustratie Biënnale in Haarlem illustratoren heeft gevraagd om een platenhoes te ontwerpen, komt niet uit de lucht vallen. Vinyl is hipper dan ooit en lekkerder om te draaien dan cd’s of mp3’s.
Maar zelfs voor sneue cd’s zijn mooie dingen gemaakt. Kunstenaar Stanley Donwood is de vaste hoesontwerper van Radiohead. Donwood is vaak aanwezig bij opnamesessies en bijna een zesde bandlid. Hij maakte ontwerpen voor vinyl, maar leefde zich ook uit in cd-kunstwerkjes voor de band.
Joost Swarte ontwierp platenhoezen voor de Houseband en The Rousers, maar voor Jopo in Mono van Fay Lovsky bedacht hij een unieke cd-verpakking. Een slim en tactiel ontwerp dat hetzelfde genot oproept als plaatjes draaien.
Illustratie Biënnale 2018
Stripdagen 2018
Liefhebbers van grafisch geweld hebben natuurlijk zaterdag 26 mei al een rondje door Haarlem gemaakt. De tweejaarlijkse Stripdagen vinden dat weekeinde plaats met als thema De maakbare mens. Veel boekverkopers, uitgeverijen en signeersessies, plus een enorme hoeveelheid tentoonstellingen die bijna allemaal ook na het beursweekend te zien zijn.
De Illustratie Biënnale 2018 is op zondag 27 mei in de Toneelschuur Haarlem van 11.30 tot 18.00 uur. Het lezingenprogramma is uitverkocht, maar in de foyer van de Toneelschuur is ook van alles te doen.
U kunt de expositie van de twaalf geïllustreerde platenhoezen bekijken, maar het is ook mogelijk T-shirts en tassen te laten bedrukken met werk van deelnemende illustratoren. En er is een pop-up galerie en winkel waar gelimiteerde uitgaven, prints en boeken te koop zijn. Van de platenhoezenexpo verschijnt een boek met de geïllustreerde covers en schetsen op lp-formaat dat te koop is in de Toneelschuur.
Omdat de biënnale dit jaar voor de vijfde keer plaatsvindt, maakte Merijn Hos vijf verschillende affiches voor deze dag.